Zangen van hoop(1919)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Neen! Neen zegt ge en de witte meeuwen schreeuwen vliegende langs mijn venster heen neen, neen! Neen! Zoo viertal zwarte teekens duiden niet wat er aan brekens in haar zwarte lijntjes staat wat droom met hen te-niete gaat. Dagen, maanden, heb 'k gewacht enkel maar aan u gedacht. Enkel maar, van 't vogelfluiten tot de zonne opklom buiten liefs en moois voor u bedacht in den langen zwarten nacht Dagen waren mijn gedachten niet bij 't daagedoen te wachte: wiekten klepprend om u heen om uw ziele, om uw leên. [pagina 84] [p. 84] ‘Neen!’ nu is dat al voorbij! donker trekken zwarte wolken, opgejaagde blaren kolken buiten langs mijn venster heen! en de meeuwen schreeuwen ‘neen’! Vorige Volgende