Zangen van hoop(1919)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] De Jongen lacht Moeder zal 'n hempje naaien, laat het wieltje lustig draaien draaien, draaien, draaien. Van het geel katoen 'n lapje, van 'n witte kant 'n hapje, en de knoopjes van wit been draaien 't hempje gauw ineen. Jongen met zijn bloote pootjes bloote beentjes, bloote kootjes stapt op 't witte beddewaad als 'n wonderflink soldaat. Kijkt de zonne uit den hemel schaterlacht als brongewemel stoeit en schatert springt en zingt dat de kleine kamer klinkt. Donker scheert vaak langs de ruiten, honger komt er dikwijls muiten, maar als 't kleine jongske lacht vliedt die gansche duivelsmacht. Moeder zal 'n hempje naaien, laat het wieltje lustig draaien draaien, draaien, draaien. Vorige Volgende