Wat zang en melody(1910)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Ga nu! Ga nu mijn snelle snelgewiekte voeten, en draag mij snel o draag mij, draag mij snel door 't zonlicht, goud, naar mijnen gouden lief. Besla de blonde goudgedreven keien, en zing jolijt wijl gij ze oversnelt, - met gouden keel - naar mijnen gouden lief. Draag mijn licht hoofd, en draag mijn zingend hart, en draag mijn blijde bloed dat niet te hup'len weet, en draag mijn lijf dat schatert van muziek - gouden muziek ben ik - voort, naar mijn gouden lief. [pagina 58] [p. 58] O liefste lieve Zonne van mijn hart die schijnt mijn leven licht en al mijn dagen goud, steek verre waar gij waakt je blonde hoofde op dat al je haren wapp'ren, je haren gouden vanen voor mij, mijn gouden lief. O liefste lieve mijn richt ver je klare oogen met al hun gouden brand naar mij, waar ik nu kom, dat zij mij verre zijn twee rijzend gouden zuilen, op gouden zonneweg naar jou, mijn gouden lief. O Zonneke klare brand van licht laat al je warmte gouden om mij schijnen; wil al mijn zwarte klacht met je blonde licht verreinen omvaam mij, smoor mij weg in je lichtwa, gouden, dicht. Vorige Volgende