Wat zang en melody(1910)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Een zang voor u. Gij die zoo ver aan 't groote water woont en als dat glanzend water lieflijk zijt, die tusschen plas en plas en groene weiden troont en krachtig en vol blijheid als 't groen dier weiden zijt. Een zang voor u, als ijle wilgenblaren die wiegend zoomen plassen, hemelblauw, een zang voor u, als blanke perelaren met bloeisel volgeladen, vol drachten blanken dauw. Een zang voor u zoo lieflijk als gij zelf die 't licht der zon en aard in uwe oogen draagt en glanst meer dan de starren aan 't nachthooge gewelf. Een zang, een zang voor u die 'k stralend uit mij delf lijk graver blanker schat hoe dieper hij zich waagt, een zang voor u, voor u, mijn warme, blanke, elf! Vorige Volgende