Gewijde liederen(1926)–S. Bonn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Cederen van Eere Hoogste der Hoogsten de Heere alleen altijd en eeuwig in 't eeuwig verschenen opgaande neergaande Eeuwigheen, het Al in zichzelve het juichen, het weenen. Die in den Hemel en Werelden blinkt lichtend van glanzen en Heerlijkheid die alles inheeft die alles doordringt waar zonder niets was door der Eeuwigheid. Alles ontlook in den Goddelijken wil; woorden en wet zijn ons licht als de zonne, Zijn aloude schare als 'n lichtvlam ópbrandt door eeuwen en eeuwen, in weeën en wonne. [pagina 11] [p. 11] Zijne Almacht gaf Israël 't eeuwig bestaan door lichtende woorden en wetten verbonden; Zijn Israël tot 't Eeuwige Heil zal opgaan gereinigd, gelouterd van smetten en zonden. Zoo hebben de woorden op Sinaï gesproken in 't vuurlicht, de Englen en Hemeltongen; zoo is 't voor ons Volk als 'n lelie ontloken, de zangen door Wijzen en David gezongen. Vorige Volgende