Delfs Cupidoos schighje
(1652)–Arnold Bon– AuteursrechtvrijVoys, Aye tu rien de Beau.EY Silviatie komt, ey rust doch by mijn neder
Ey liefje onbeschromt, duyck duck by dese Ceder
Don, Feridondeyne, Feridon, Feridon, Feridondeyne, Feridondeyne, Feridon, don.
U sal, u sal int groenedal, niet schaden eenig ongeval.
2. Mijn lief ghy sijt vermoeyt, en snackt na uwe asem
| |
[pagina 25]
| |
AEolis ey komt roept, u soet gegeurde waesem,
Don, Feridondeyne, &c.
Gants deur haer heete Boesem heen, en aldaer hitte is gemeen.
3. O neen Aeolus koelt, en kan u niet verlichten,
Want vlammen in u woelt: 't schijnt of Cupidoos schichten,
Don, Feridondeyne, &c.
U heeft gewout, of Venus borst, heeft u getergt en lijt nu dorst.
4. Ey komt verlaet u kleet, ontdeckt u blancke leden
Want Venus oock soo deed, doe Mars haer heeft bestreden
Don, Feridondeyne, &c.
Haer wapen was haer poesel lijf, dat Mars verwan tottijt verdrijf.
5. Ey komt dan liefje kom, en offert uwe schoonheyt
Aen Cipres Heyligdom, ons bed hier nu ten toon leyt,
Don. Feridondeyne, &c.
Parnassis heeft het op geschut, ey beddetje blijft altijt ons hut.
FINIS. Bon: is goet. |
|