"Vlaandren, o welig huis". Zooals Vlaamsche schrijvers hun land zien(1939)–Emmanuel de Bom– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Gent. De steenen man van 't Belfort. Foto: Oblut. [pagina 5] [p. 5] Vlaanderen Vlaandren, o welig huis waar we zijn als genooden aan rijke taaflen! - daar nu glooiënd zijn de weiên van zomer-granen, die hunne aemende ebbe breiên naar malvend Ooste' en statig dagerade-rooden, dewijl de morge' ontwaakt ten hemel en ter Leie: - wie kan u weten, en in 't harte niet verblijên, niet danke' om dagen, schoon als jonge zegen-goden, gelijk een beedlaar dankt om warme tarwe-brooden?... o Vlaandren, blijde van uw gevens-reede handen, zwaar, daar ge deelend gaat, in paarse en gele wade, der krachten die uw schoot als roodend ooft beladen, - Vlaandren, wie weét u en de zomer-dageraden, en voelt geen rilde liefde in zijne leden branden 'lijk deze morgen door de veie Leie-landen? KAREL VAN DE WOESTIJNE Vorige Volgende