Den Gheestelycken leeuwercker vol godtvruchtighe liedekens ende leyssenen(1645)–Guilielmus Bolognino– AuteursrechtvrijBedeylt indry deelen Vorige Volgende [pagina 276] [p. 276] Van den Heilighen Eremijt Guilielmus hertogh van Aquitanien. Guilielmum, die soo seer Langh verthorent had den Heer, Heeft Godt, van hem soo onteert, Wonderlijck tot hem bekeert. Guilielmum looft te gaer Maeckt sijn deughden openbaer. GVilielmum, die soo seer Langh verthorent had den Heer, Heeft Godt, soo van hem onteert, Wonderlijck tot hem bekeert. Guilielmum looft te gaer, Maeckt sijn deughden openbaer. Die verbannen van de Kerck Wert verandert door Godts werck, Die als steen nu was verhert, Als 'nen was vermorwt wert. Guilielmum. Sijn misdaedt heeft hy bekent Door 't hoochweerdich Sacrament, [pagina 277] [p. 277] Daer Bernardus mede quam, Maeckten hem saght als een lam. Guilielmum. Hem allenskens meer en meer Godt verlicht doen heeft, en seer 't Hert met liefde hem ghewont, Waer uyt groot berouw ontstont. Guilielmum. Veel hy voor sijn sonden le, Groote penitentie de, Een pansier en hare kleet Staegh hy droegh, tot meer bereet. Guilielmum. Sijn rijck wel ghemeubelt huys Wert verandert in een kluys, Waer met water hy en broodt Nauws volde aen sijnen noodt. Guilielmum. In den hemel 't aldermeest Was altijdt daer sijnen gheest, Wert ghevoordert meer en meer In de kennis van den Heer. Guilielmum. Heel de hel dat heeft benijdt, Daer hy le van groote strijdt, Somtijdts hem den duyvel sloegh, Quetste seer, maer hy 't verdroegh. Guilielmum. Isvs heeft hem by ghestaen, Voorts in deucht te meer doen gaen, Tot dat hy heeft sijnen gheest Op ghenomen tot sijn feest. Guilielmum. In sijn aenschijn wit en root Wonder blonck hy naer sijn doodt, Voorent magher die en bleeck Meer 'nen dooden mensch gheleeck. Guilielmum. [pagina 278] [p. 278] Iesv, die verheught in u Eeuwich uwen dienaer nu, Door sijn bede gheeft dat wy Hem in vreught oock comen by. Guilielmum. Vorige Volgende