Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David
(1659)–Cornelis Boey– Auteursrechtvrij
[pagina 269]
| |
Noyt wanck'len konden.
2 Rond-om Ierusalem zijn bergen;
Alsoo is oock de Heer,
Een wal, een tegen-weer,
Rond-om sijn Volck, voor die het tergen.
In eeuwigheyd sal hy 't bewaren,
In doods gevaren.
3 Want van het lot der Recht-gesinden
Sal hy der Boosen staf
Rechtvaerdig nemen af,
Dat sy daer op geen rust en vinden.
Op dat sijn Volck tot quade trecken
Geen hand en strecken.
4 Doet Goede goed, en wiltse stercken.
Maer, Heer, ghy sultse slaen
Die kromme wegen gaen,
En ongerechtgigheden wercken.
Doch Israël, sal op mijn bede,
Bestaen in vrede.
|
|