Kortbondige spreuken wegens de ziektens

^(b)Diepe slaapzucht.

1045. CARUS is een ligte beroerdheid, doch een zeer zwaare slaap, met koorts, uit oorzaaken meest 't herssenbrein on beschadigd t'zamendrukkende (1010. N. 3. l. α β. γ. δ.) of verstoppende oorzaaken, maar ligter als in een beroerte, is die te ontbinden (10 0. N. 2. l. β. γ.): in deze is eenige bevatting, maar schielyk; eenig gevoel, maar weinig.

(b) Carus.

[p. 211]

1046. Hier door van een ontbonden diepe slaapzucht genezing, als alleen dat 'er byna eenige tyd een wankelende waggeling van 't hoofd overig blyft.

1047. De genezing moet men nemen uit de genezing van de heroerdheid, overgelevert (1030-1036.)

1048. Een wakende, slapende, neervallende slaapziekte, schynen alleen te zyn soorten van de Carus, of diepe slaapzucht (708-710.)

1049. Doch de ^(a)slaapkoorts is een ligter zoort van beroerte uit een koude, taye, waterige oorzaak: waar van uit 't verhaal van beroerte deszelfs kennis en genezing men moet nemen (1008-1036.)

(a) Lethargus.