Kortbondige spreuken wegens de ziektens
(1979)–Herman Boerhaave– Auteursrechtelijk beschermdGa naar voetnoot(c)De beroerdheid.1007. Een zeer groote snelheid, dikmaals verknogt met de ontsteking, vruchtbaarheid van veelen qualen daar van af- | |||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||
bangende, eischt, dat men in order van de beroerdheid handele. 1008. Welk men zegt 'er te zyn, als schielyk de werking van de vyf uitwendige zinnen, ook van de inwendigen, en alle willige bewegingen, afgeschaft werden, meest overig zynde een barde pols, en moeyelyke adem, die groot en snorkende is, te gelyk met 't beeld van een diepe, en geduurige slaap. 1009. Zeer nauwkeurig, en zeer meenigvuldig heeft de opmerking geleerd, dat deze ziekte gebeurt, zo veel die oorzaaken waren voorgegaan, welke zoude kunnen beletten geheel, of veel, de uitvloed van 't geestige breinachtige vocht in de werktuigen der zinnen, en willige bewegingen, en weder de hervloed dezer van die werktuigen zelfs in de gemeene zitplaats; overig zynde ondertusschen van 't breinachtige vocht in 't hert, en natuurlyke werktuigen van de ademing, met een zekere gang, en wedergang, die tot deze bedieningen te ondersteunen eenigzins genoegzaam zoude zyn. 1010. Welk oorzaaken allen gemeld van aanmerkers in eenige zoorten kunnen gebracht werden tot gemak van de oeffening, of practyk.
| |||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||
| |||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||
1011. Deze oorzaaken (1010.) heest geleerd de ontleedende inschouwing der Lyken door beroertens uitgebluscht, en de verhalende aanmerking van die, welk zelfs in de genezing dezer ziektens konnen aangemerkt werden; maar de overdenking schikt licht die in de ge- | |||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||
zegde (1010.) verdeelingen, als zeer bekwaam tot genezing. 1012. Uit dezelve blykt, dat van verscheiden en wel tegenstelde oorzaaken deze ziekte voortgebracht werd, en aldus wel verdeeld word in een bloedige en slymige; maar met geen volmaakte verdeling, nadien die ook weyagtig, en zwartgallig, en slymproppig zy, ook anders. 1013. Doch de plaats aangedaan in een uitgezonderde beroerdheid is de geheele gevoelplaats gemeen, doch in Ga naar voetnoot(a)een bastert beroerte is eenig deel van die voor anderen, de overige eenigzins, maar echter minder gedrukt. 'T agterbrein, als meest in 't begin beledigd. 1014. Waar uit blykt, waarom de pols en ademhaling geoeffend werden, de zinnen ondertusschen, en willige bewegingen, weggenomen zynde? Ja waarom dikmaals de pols en ademing wasschen na mate, dat de zinnen en bewegingen meer afnemen, als ontrent de dood? 1015. Derhalven de grootheid van de beroerte werd aangemerkt, na de ouderdom, gematigheid, en maakzel van de ziekte; dan door heftigheid der toevallen, en byzonder een volstrekte vernietiging van de zinnen, en bewegingen; een sterke aassem met een diepe ronking; speekzel ontrent de mond overvloedig, en lymagtig, een zacht zweet, en droppelgewys hangende; klam kout; uit een zwakke oorsprong eerst een bastaard beroerte voorafgegaan, of uit een oorspronk, een zwaare Ga naar voetnoot(b)vallende ziekte vooraf geweest zynde, of uit een bekende heviger oorzaak. 1016. De ligtheid en geneeslykheid van 't kwaad daaren tegen werd beslooten uit de ligtheid der toevallen, afwezendheid van de gezegdens. (1015.) 1017. Een zachte beroerte werd ontbonden, daar boven komende veel zweet, gelykmatig, douwagtig, warm, opgeheven; veel dik water, groote ambeyen, lang vloeyende; de Maanstonden hersteld zynde; afgang, groote koorts. 1018. Een weinig zwaarder, de oorzaak overwonnen zynde, pleeg te veranderen Ga naar voetnoot(c) in een lammigheid van | |||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||
eenig spierachtig deel; van de geheele eene zyde; waar van Ga naar voetnoot(a) een halve Lammigheid, of van alle deelen onder de nek gelegen, waar van 't Ga naar voetnoot(b) een geheele Lammigheid gezegd werd; welk zelden genezen werd, en altyd nalaat quetzingen van geheugen, oordeel, bewegingen; waar van ze slaperig, bot, bevend, suyselend, kleinmoedig plegen te blyven. 1019. Een uitgezonderde beroerte, (1015.) 't agterbrein toegedrukt zynde, de vochten bedurven zynde, de oorzaak in 't agterbrein voortgezet, word schielyk in de dood geeyndigd, zelden voor de zevende dag uitloopende. 1020 Een toekomende beroerte werd voorzien.
1021. De tegenwoordige kend men licht, indien maar onder verscheide graden van de zelve die onderscheiden word. 1022. Geen algemeene genezing van dit kwaad kan gegeven werden: want 't behoord, dat na verscheidentheid van de oorzaak (1010.) de wyzen van die toe te passen, en aangedane plaats, geheel verscheiden zy; en dat 't word aangewend, eer 't kwaad groot geworden is. 1023. Derhalven indien uit een taye, onbekwaame koude oorzaak (1010 N. 1. L. γ.) voortgekomen, voorzien werd door tekenen aldaar gesteld, ten eersten moet men trachten. | |||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||
1024. De drukking van de vaten in 't brein wer vermindert.
1025 Dampingh, stoving, badstove, zuyging, aantrekkende, roodmakend, bleintrekkend, brandmiddel, fontanel,Ga naar voetnoot(a) een setonGa naar voetnoot(b) wryving, een net bepaald verband gelegd op de grooter aderen, voeten, schenkels, dyen, met 't eerste oogmerk te bereiken (1025. N. 1.) zo zyn die krachtig. Spoelingen, gorgelingen kauwmiddelen,Ga naar voetnoot(c) de quyl bewegende, Ga naar voetnoot(d)slym zuiverende middelen, gelegd op mond, keel, neus, dienen tot 't zelfde. 1026 Braakmiddelen, sterk zuiverende, zekerlyk bepaald; scarificering, doorsteeking der aderen voldoen aan 't twede oogmerk (1024. N. 2.); hoewel iets onzeker altyd met zich voeren. 1027. Maar de taye vochtigheid, word door voorafgezondene (1024-1026.) bepalende gemeene geneesmiddelen tegen de lymigheid beschreven (75.) ontbonden, met voorzichtigheid die aan te wenden, in alle form te leggen; onder allenop 't hoofd blynen getrokken door Ga naar voetnoot(e)Spaansche vliegen zyn dienstig, en diergelyke bloedeloze diertjes langzaam gebruikt. 1028. Indien van dezelve oorzaaken (1023.) de beroerte gekomen is, word zelden genezen; indien de krachten toelaten, men moet dezelve beproeven, (1013-1028) allen op neus, mond, hoofd te leggen, welke de zinnen zoude konnen opwekken; allerley zeer scherpe prikkelen moet men gebruiken; de buik met een scherpe klisteer los maken. 1029. Nochtans in 't gebruik dezer allen (1028.) word 't kwaad dikmaals vermeerdert, de stof meerder be- | |||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||
wogen, en ongebonden, door allen prikkelende: echter met deszelfs krachten daar op weg te nemen door ontlastende. Hier door moet men in de ontbinding te helpen, altyd de ontlasting, en aftrekking bevlytigen, zo veel de zaak leiden kan: daar van de regel; de aderlating, indien hy niet helpt, dood. 1030. Maar indien door zyn tekenen (1010. N. 2. l. β. N. 3. l. α. l. b.) een voorkomende beroerte voorzien werd, zo moet men aanstonds zyn toevlucht nemen tot die, welke zeer snellelyk zoude konnen verydelen, ontbinden, afwenden.
1031. Maar indien die zelve (1030.) nu geworden is, zo zal 'er nauwlyks eenige hoop overig zyn; en die leen in de oeffening derzelver. (1030) 1032. Doch welk van buitenvatige vochten tusschen de berssenpan ende vliezen, tusschen de vliefen zelfs, van een gekneufte, gebroken en veretterde wond voorkomt, is verhandeld in de wonden van't hoofd (267.268.278 297.) waar van die te eisichen. | |||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||
1033. Welke van de nu uitgestorte vochten in de inwendigere holligheden des breins nu is voortgekomen, (1010. N. 4.) door zyn tekenen aldaar gegeven, gekend, vereischt nauwlyks een geneesmiddel, als meest een zekere dood 'er schielyk by zy; indien iets te beproeven is, dat al moet men hopen.
1034. Welke van de overheersching van 't buitenvatige water gekomen is, word licht weggenomen, nagelaten, nadien hier byna beschadigende, de aderlating; gegeven Ga naar voetnoot(a) de sterkste water afdryvende aanstonds tot de afgang bepaald; dan verstroyende gegeven; meest zeer uitgebreide Spaansche vliegen, lang open; uitdrogende spys; sterk natrekkende, fontenels, en setons. 1035. Maar indien die van venynen is voortgebracht geweest, tot noch toe heest men geen geneesmiddel beschreven; noch ook voor die, welk van de slymprop, of veelvoet. |
|