Kortbondige spreuken wegens de ziektens

Een stuyptrekkend keelgezwel.

818. Indien de zenuwen, bewegers van de werktuigen van doorzwelging en ademhaling, belet werden haar werkingen te oeffenen in die werktuigen, zo komt 'er een lam^(a) keelge-

(a) Paralytica.

[p. 148]

swel; zodanig van de ontwrigting van de tand des wervelbeens^(a) of van een ander wervelbeen des neks tot de binnenste. Indien de oorzaak, boedanig die ook is, van de stuiptrekkingen, en bemachtigd heeft de spieren van 't keelgat, en 't strottenboofd schielykvoorkomt, die is een stikkende keelgeswel; zodanig diein^(b) Maanziekige, kramptrekkende, moerziekige, mildzugtige^(c) geschied, weggaat, wederkeerd; word byzonder geneezen, door zulke, welk eigen zyn om die ziektens te genezen.

819. Uit dit verhaal gegeven (783-819.) werd verstaan de reeden van de Hippocratische aanmerkingen.

Keelgeswel zonder eenig blykbaar teeken, voorkomende alleen met ^(d) een regt opgaande ademhalende verworging, met een scherpe koorts, groote pyn van 't hoofd, of schenkels, zonder goede tekenen, is haastelyk doodelyk, te weeten op de eerste, twede of derde dag.

't Keelgeswel door zyn ^(e)toeval werding of overval gesprooten uit andere ontsteekende ziektens, of indien de soorte (801 802.) gebooren uit (803 805.) zo is die doodelyk.

't Keelgeswel speeksel van de mond verwekkende; een zachte wey uitdrukkende; de vuiligheid van de afgang: zonder gevoelen neerzendende; in een zeer sterke scherpe koorts zonder eenig blykbaar teken bemagtigende; met weggang van zwelling, roodheid, klopping in keel en tong, en nochtans worgende; is overal dodelyk en held ten val.

(a) Vertebra, Spondylus.

(b) Epileptici.

(c) Hysterici.

(d) Orthopnoicus.

(e) ἐπιγέυεσις.