Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Kortbondige spreuken wegens de ziektens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,82 MB)

Scans (55,61 MB)






Editeur
G.A. Lindeboom

Vertaler
Cornelis Love



Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Kortbondige spreuken wegens de ziektens

(1979)–Herman Boerhaave

Vorige Volgende

(a)Afgaande koorts.

746. De beschryving van een afgaande koorts nu gegegeven, (727. 737.) blykt van zelfs dezes onderschei-

[p. 131]origineel

den kennis, 't onderscheid in verscheiden soorten is licht, als die alleen steund op 't onderscheid van de tyd

747. Nochtans is te weeten, dat deze in 't gemeen een Lente koorts, welke van de Sprokkelmaand tot de Oogstmaand, en een herftskoorts, welke van Oogstmaand tot de Sprokkelmaand heerscht. Door een noodzaakelyk onderscheid om de verscheiden manieren, toevallen, uitkomst, duuring, en geneezing van de koorts; waarom de eene de andere verdryft.

748. Waarom ook dikmaals in 't begin van de herfst nauwkeurig die navolgd de aard der geduurigen, om de langer en verdubbelde verheffingen, daar nochtans de aard en de geneezing geheel verscheide zyn.

749. Zy beginnen met geeuwinge, uittrekking, vermoeidheid, zwakte, koude, schrik, styvigheid, beeving, bleekheid van de uitersten leeden, een moeyelyke ademing, benauwdheid, walging, braking, snelle, zwakke, kleine pols. Deze voor zo ver zy grooter, en gelyk meerder, zo is de koorts slimmer, en in 't vervolg van tyd de hette, en de overige toevallen erger; en deze eerde trap des koorts beantwoord de aanwasch van de geduurigen, en van de overigen meest gevaarlyk; 't water is als dan meest rauw, en dun snydende. In 't snyden van de Lyken der dooden, die in deze eerste tyd van een afgaande koorts gesturven waren na zwoegingen, zuchtingen, loomheid, daar in heb ik gevonden dik, bloed, van de longen ontbonden, een blyk, dat 'er altyd van te vooren waaren geweest weinige, meenigvuldige, onordentelyke polsslagen. Harvaeus in exercit. Anatom. Cap. XVI.

750 Deze staat (749.) ontfangd een ander, beginnende met hette, roodigheid, sterke ademhaling, die groot, vryer, met minder benauwdheid, grooter en krachtiger polsslag, met groote dorst, groote pyn van de geleden en 't hoofd, water meest rood, komt overeen met de (a)hooste graad van de geduurige koortzen.

[p. 132]origineel

751. Dan ten laatsten meest sterke zweting, verligting van allen de toevallen, dik water, diergelyke zetting aan de gekneusde zyde, slaap, (a)buitenkoorzigheid, loomheid, zwakheid.

752. Dikmaals verkeeren ze in scherpe, gevaarlyke, 't welk dan aan te veel warmte, en al te veel beweging gemaakt, meest toegeschreven werd.

753. Een afgaande koorts zyn drie tyden doorloopende (749-751.) aan de minste vesels van vaatjes en ingewanden doet een groote geweld, met die te doen stilstaan, te verstoppen, te stremmen, te verdryven, te ontbinden, te verdunnen; hier door werden de vaten verzwakt, de ziekelyke worden vloeibaar, met dat zoort van quaad byzonder, waar door ze deelen ongelyk, noch gelykmatig vermengd hebben; uit welk te gelyk voorkomt een scherpigheid; waar van alle te gelyk een zeer ligte geneigdheid tot zweet, veel verzwakkende, zelfs 't lymige van 't bloed doorzwetende; dan is 't water wonderlyk dik, getroubleert, als van beesten, vet; desgelyks 't speekzel; daar door zwak, ontbonden, nauwlyks 't bloed t'zamenhangende, van zyn beste deel ontbloot, 't overige scherp, en dik te gelyk; en dieshalven uit slappe vaten, en dikke en scherpen vochten, worden daar na deze dagelyksche koortzen bepaald zomtyds in langduurige koortzen, blauwschuit, water, (b)geelzucht, witte slymzucht, knoestachtige geswellen des onderbuiks, en welke qualen hier uit volgen.

754. Voor 't overige, indien niet quaadaardig (353.) richten 't Lichaam tot een langleventheit, en zuiveren 't van verouderde qualen.

755. Maar na een nauwkeurig onderzoek van 't geheele verhaal der afgaande koortschen (746-755.) de naaste oorzaak werd gesteld de lymigheid van 't slagaderlyke vocht, daar na allerley oorzaak van een snelder, en t'zamentrekking des herte daar en boven by komende; en deszelfs ontbindingh, dat stilgestaan had.

[p. 133]origineel

756. En aldus, als de order hier (749-751.) altyd in een afgaande koorts behoud, schynt die, welk de eerste tyd, (788:) en eerste oorzaak (755.) zoude kon nen meester worden, ook dat die geheele verheffing zoude konnen wegnemen.

757. Daarna, als oneindige (a)oorzaaken, en die genoegzaam gering konnen de eerste staat van een volmaakte afgaande koorts, (727, 737.) en deszelfs oorzaak (755.) voortbrengen, en zodanige meeste konnen gebooren werden, groeyen in 't Lichaam zelfs, en tyd gegeven aanwasschen, als in allen, geboorene in 't Lichaam ende afgezonderde vochten geschied; 't is moeyelyker uit oneindige mogelyke nu gebooren te onderscheiden, als een mogelyke uit te denken, welke gesteld de reden van de omlooping gegeven kan werden uit de wetten van onze huishouding, dog dit blykt aan de onderzoekende.

749. Derhalven de geneezing eischt, dat door openende zouten, alcalische, kruidagtige, mineralen, verdunnende, aangename olieachtige, warmte, beweging, stoving, wryvinge wy gebruiken, en wel op de tyd van de buitenkoortzigheid, of ook in de staat beschreven. (749.)

759. Waarom tegen een overvloedige t'zamenvloeijingh in de eerste wegen, en om die weg te nemen, een zuiverend braakmiddel dienstig is; dat te geven voor de verheffing binnen die tyd, waar door voor de uitwerking 't voldeed. Dat men dat doen moet, word gekend, uit 't voedsel, ziektens, en toevallen voorafgegaan, met walging, braking, oprisping, opswelling, aassem, vuiligheid van de tong, keel, verhemelte, (b)spyswalging, bitterheid des monds, duistere zuiseling; en de werking afgedaan, opiaat gegeven zynde, zo zy de beroering gestild voor de koorts.

760. Alzo ook is dienstig 't zelve (759.) terwyl 't als een prikkel beweegd beide. (759.)

761. Anders beschadigt (759.) terwyl 't verzwakt, de

[p. 134]origineel

vochtigste uittrekt, de verteeringen, hier byzonder noodzaakelyk, ontroerd; en aldus de geduurigheid van de ziekte, of de dood voortbrengd. Koude en koorts word dikmaals hier door een zweetmiddel weggenomen, terwyl voor eenige tyd op de uuren, van de aanstaande verheffing bekend, door een openende, verdunnende vochten, licht verdovende, word vervuld 't Lichaam van de zieke, daarna een uur voor 't quaad word verwekt 't zweet, en achtervolgd, tot dat buiten de tyd van 't begin der verheffing twe uuren verloopen zyn.

762. Hier beschadigd de aderlatingh door zich zelve altyd, is nuttig anders bygeval, als ook een sober en nauwkeurig diaet.

763. Terwyl de koorts in die staat is, (750) zo worden aangewezen waterigen, met de daad warm, zuurachtige openende, en met salpeterachtige doormengd zynde, of ook (a)zuikereyagtigen, diergelyke zachte openende, met rust. Matige warmte heeft de zieke nodig.

764. Alwaar door de scheiding de verheffing ontbonden werd, (751.) is goed, door wynachtige koeldrank, soppen van Vleesch, gekookt, getempert, te geven stof aan 't zweet en water(b): en alzo deze niet door geweld van warmte, geneesmiddel, dekzels uitdrukken, maar, de meenigte vermeerdert, bevorderen't zeer zacht, en langh.

765. Verders een dringende toeval komt men te gemoet volgens regels tegen de scherpen gegeven (617-726)

766. Weggenomen de koorts, door (c) versterkend voedsel, versterkende geneesmiddel moet de ziekte weder hersteld werden, daar na de sterkte vermeerdert, moet de buik gezuivert werden eenige reizen.

767 Maar indien een herftskoorts die sterk is; 't Lichaam uit ziekelykheid zwak; de ziekte nu al eenige tyd geduurt heeft; noch 'er teekenen van een in-

[p. 135]origineel

wendige ontsteeking 'er by zyn, noch van elders vergaderde etter, noch van al te zeer verstopte van deze of geene ingewand, met de China(a) zal hy weggenomen werden, by wyze van een poeyer, syroop afgeweekt, uitgetrokken, afgekookt, met haar eige byzonderheden, ten tyde van de buitenkoortsheid, op een behoorlyke order, maate, richting, gegeven zynde.

768. Waarom ook dikmaals helpen bettingen, en salvingen van de ruggraat; en dranken die t'zamentrekken.

769. Op dat byzonderlyk de genezing geschiede van de byzonderen, zo laat opgemerkt werden, dat

1.De afgaande waare, hoe ze minder tyd rusten, hoe dat ze schielyker eindigen, en in tegendeel.
2.Hoe dat dezelve ook meerder overeenkomen met de aard van de scherpen, hoe dat ze daar ook in werden verandert.
3.Dat daar door de oorzaak altemets bewegelyker en overvloediger zich houde.
4.Dat hier door de Lent- koortzen, de warmte aankomende, van zelfs ontbonden werden.
5.Dat daar uit blykt, tegen welke koortzen men een geneesmiddel moet maken, en hoedanig.

(a)
Intermittens.
(a)
ἀκμῆ.
(a)
ἀπυρεξία.
(b)
Icterus.
(a)
Periodus.
(b)
ἀνορεξία.
(a)
Cichoraea.
(b)
Ptisana.
(c)
Analeptica.
(a)
Cortex peruvianus, China.

Vorige Volgende