Kortbondige spreuken wegens de ziektens

[p. 123]

Koortzige stuyptrekking.

710. De stuiptrekking eerst beschreven (230-239.) word hier altyd van 't gebrek der herssenen, dat of van de onderste door de zenuwen, (627. 631-633 642. 648. 649. 652-654.) 't brein nypende aangedaan; of uit een onordentelyke aandryving, doorvloed uitgang van 't breinagtigevoche, dat kan voortkomen uit al die oorzaaken, welke ylingen, slaapziektens, slaapeloosheid kunnen veroorzaaken, (701-704 708.) waarom weder een groot verscheidentheid in ^(a)de oorzaakkunde, en geneezing.

711. Indien die lang duurt, door gemeenschap der zenuwen doet ligt 't geheele zenuwagtig geslagt aan, waar uit droevige qualen.

712. Indien de stuiptrekking voorgegaan achtervolgd de teekenen van de ontsteeking des herssenbreins, zo is die byna doodelyk. Maar indien na dik water eerst geloost, daarop wateragtig, doorblinkende uitgaat, daarna stuiptrekking komt, zo is 't alderslimst: indien in de koorts na groote ontlastingen een stuiptrekking voorkomt, zo is deze ook byna doodelyk, als ook die, welke met een geduurige yling.

713. Tot de geneezing moet men eerst onderzoeken de byzondere oorzaak (710.), in de plaats eerstelyk aangedaan, waar van de stuiptrekking zyn oorspronk heeft, (710.) daar na schielyk moet men die geneesmiddelen gebruiken, door welke 't scherpe kan verzacht, 't opeengepakte ontbonden, t'zamengetrokkene uitgebreid werden. Waar van 't verdunnen, verslappen, aftrekken, verzachten, plegen byna te geneezen deze stuiptrekkingen; noit moet men geloof geven aan de verbloemde titels van afzuigende of afleidende.^(b)

714. Maar indien 't hoofd voornamentlyk bevonden werd aangedaan te zyn, zo moet de genezing geschiede. (706.)

(a) AEtiologia.

(b) Antispastica.