Kortbondige spreuken wegens de ziektens

Koortzige dorst.

636. De dorst heeft droogheid, ondoorgankelykheid der vochten, zoutige alcalisch, gal-olyagtige scherpigheid, voor haar oorzaak.

637. Hier door ontdekt byna altyd eenige van deze (633.) haar tegenwoordigheid.

638. En aldus wyst aan, dat die toekomende kwalen worden aangekondigd, welke kunnen voortgebracht werden uit die oorzaken, welke tegenwoordig te zyn die te kennen geeft.

639. Waarom men die altyd, byzonder in scherpe, ziekten ten eersten moet te gemoet komen.

[p. 111]

640. 'T welk geschied.

1.	Met te drinken water-zuur-salpeteragtige, verzoetende, warme, dikmaals, met een weinig te gelyk.
2.	Met te stoven, spoelen, gorgelen neus, mond, gorgel door diergelyke drank.
3.	Stovingen, ^(a)bettingen, ^(b)pappen uit diergelyke, met die rontom de onderbuikzyden te wenden.
4.	Diergelyke klysteren ingeworpen, na binnen wederhouden zynde

641. Maar indien een sterke dorst met een verzeld een zeer groote zwakheid, dan zullen veylig te drinken werden gegeven wynagtige, en dikmaals met overvloediger van geesten, met de eersten (240.) te mengen.

(a) Epithemata.

(b) Cataplasmaten.