Toevallige ziektens uyt een zuur vogt.
60. ONze vogten, uit meelagtige planten, of ooftvrugten, rauw, of ryzend, indien se de kragten van ons overwinnen, verkrygen in ons dezelve aard, welke zy aan zyn natuur, door een vogtige warmte gestooft, schuldig zyn. Een suuragtige scherpigheid, en lymagtig vet neemen hun oorsprong hier voornaamentlyk uit. De eerste uit geresen en ongeresen; de laaste uit meelagtige, niet geresen, nog gekookt werd die geboren, tot welke ook die behooren, welke door de t'zamentrekking van 't wrange een vasthouding der vogten veroorzaaken.
61. Deze suuragtige scherpigheid (60) heeft deze voorgaande oorzaaken. 1. voedsels uit meelagtige, suursappige, versse, rauwe, nu siedende of gestende, deelen van gewasschen. 2. Gebrek van goed bloed in 't lichaam deze voedsels aannemende. 3. de zwakheid van 't zamenstel des vesels (24-29, 41) der vaaten en ingewanden. 4. 'T missen van diergelyke beweging.
62. Nu gebooren zynde, voornamentlyk de plaats van de eerste verteering krygd zyn vastigheid, waar door trager 't bloed, en ten laasten allen vogten 't ververgiftigd.
63. Brengt voor suure oprispingen, honger, ineeting der maag, darmpynen, winden, krimping, traagheid van de gal, derzelver verscheiden verandering, een suur-Chyl, drek-uytwerpsels van de ingewanden, die suuragtig zyn. De gevolgen van deze zyn in de maag en ingewanden.
64. In 't bloed bleekheid, een suur-Chylagtige wey; hier van hebben de Vrouwe een suure melk, een suur zweet, een suur speeksel, brengd die voort; hier uit werden jeukingen, verstoppingen, puisten, zweeren, bloedstremming, en onbequaamheid ontrent de omloop veroorzaakt, als ook prikkelingen van 't hersenbreyn en senuwen, waar uit stuiptrekking, een ontroerde omloop des bloeds, de dood.