Twee grensgevallen
Waarom zijn dit grensgevallen? Omdat dit boekje geluidloze taal behandelt, en u hierboven twee gebaren ziet waarbij vaker wèl dan niét gesproken wordt.
Links iemand die aan het voorhoofd van een ander voelt als om vast te stellen of hij al dan niet koorts heeft. Dit doet men wel wanneer men duidelijk wil maken dat de ander wartaal uitslaat of met idiote voorstellen komt. Humor! Vooral als men er een sissend geluid bij maakt, ongeveer dat van een natte vinger op de gloeiende onderkant van een strijkijzer. Wie dit geluid in echt logisch verband wil zetten, moet inderdaad een natte vingertop vluchtig langs het bewuste voorhoofd halen. Met gesis is de grens al aangetast, met een gesproken ‘Voel je je wel goed?’ of ‘Ben je wel helemaal lekker?’ is de geluidsbarrière doorbroken.
Rechts ziet u wat men soms gebaart als iemand sip is of huilt. Een geste die helemáál niet helpt, bah, zelfs kleuters worden er al bedroefder van, of hels.
Eveneens een grensgeval, want dit geduim heeft bijna altijd begeleidende tekst. Op treiterige toon zegt men: ‘Lach 's om me duimpie...’ Overigens, is het niet: ‘Lach 's tégen me duimpie...’? Even spieken in Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks van Inez van Eijk (Spectrum). Daar staat het, zwart op wit. Het is: ‘Lach eens tegen duimpje!’ Wat keurig.