De verrijzenis(1920)–Daan Boens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina t.o. 3] [p. t.o. 3] [pagina 5] [p. 5] Aan mijne dierbare Doode Jane, die me steunde met haar liefde. [pagina 7] [p. 7] Fierheid Ik houd van torens, die omhooge klimmen, en gaan zoo kreten van een fiere volk, die stralen als een zon aan Westerkimme, en als een krone dragen gouden wolk. Ik houd van torens, als een roode toortse, er brandend tot een schoon en vrij gedacht; zij groeiden uit de volkren en hun koortsen, en staan gerotst, zoo'n schildwacht in den nacht. Ik zie hun schaduw gansche streken meten, en schaduw merken op de breedste zee. Zij schijnen 't worden van dees aard te weten, en kennen al de feesten en elk wee. Zij spreken met de boomen en de velden, met de oude huizen, die hun vrienden zijn, en luistren naar 't verhaal, dat reeds vertelden zoovele steden door der eeuwen lijn. Zij staan als glorie van verzwonden tijden, en dragen moedig van hun volk den rouw, hun fiere kop begrijpt het groote lijden, waarmeê gebeurt het leven en zijn bouw. [pagina 8] [p. 8] Zij zijn met Vlaandrens groote macht geboren, en hebben al de moorden zwijgend aangezien, en rijke vorsten, aan hun voeten hooren de rechten zweren, als mocht 't volk gebiên. Toen viel die macht; - de torens bleven sterker en grooter staren op de weerloosheid. Het land bleef steeds de ongekende werker, die voor de latere eeuwen Vreê bereidt. Zoo kwam de rust, en vloden stille jaren. De menschen leefden traag met kalmen wil. Zij wonnen geld, en wisten geld te sparen... En de oorlog kwam, met vuur en bloed-geril. En weer de torens grooter en verheven, geboden fierheid aan het lijdend volk. Bedrukt, doch niet verdrukt ze bleven, en staarden heilig-schier in 't vlamgekolk. Ik houd van torens, die omhooge klimmen, en hooger stijgen dan de wereld-smart, die stralen als een zonne aan Westerkimme, en zwijgend groot zijn, om hun bloedend hart. Zij gloeien als een vrije, roode toortse, en stijgen als een nooit-vernield gedacht, dat woest is als een volk en als zijn koortsen, en hoog van fierheid is, en schoon van macht. o 'k Houd van torens, die steeds hooger klimmen! Vorige Volgende