Van glorie en lijden(1917)–Daan Boens– Auteursrecht onbekendSonnetten uit de loopgraven aan den Yser Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Luik En Luik zou 't gansche Duitsche heir tot stilstand houden. Met stormens-woede kwamen menschen-stroomen aan, en drongen in de gulden velden en de wouden, en stuwden voort, - en wilden immer verder gaan. En laaiend was hun oog, hun voeten stuk-gegaan, toch was hun onbegrensde heerschzucht diep, en gouden hun punten-helmen, op de lange, heete baan: zoo kwam het groote heir, dat Duitschland fier aanschouwde. Maar Luik weerstond zijn breeden drang, met kracht'gen voet: vijf keeren rukte 't leger aan, maar zwenkte in 't bloed van al zijn krijgers... 't Land weergalmde van al hun schreeuwen. En na den slag, het oude Luik der Middeleeuwen, herdacht zich, voor een stond, weer in dien grooten tijd, toen in Sint-Lambertskerk zijn prins werd ingewijd. Vorige Volgende