Boek van de wraak Gods
(1994)–Jan van Boendale– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
Deel II1 Hoe de eerste landsheren werden aangesteldHier begint het tweede deel. Het gaat over hoe God de christelijke wereld hevig zal vervloeken vanwege de zonden van de mens. De vrome Methodius, over wie ik u hiervoor al vertelde, was bisschop en martelaar. Hij was een Griek die veel schreef. Zo maakte hij een mooi en luisterrijk boek [Revelationes Methodii] dat begint bij Adam en eindigt met het Laatste Oordeel. Daarin zegt hij veel over de straf van God, Onze Heer, en over hoe ten tijde van Noach voor het eerst strijd, oorlog en twist begonnen. Dat had men voordien nooit. Want voor die tijd, zoals men leest, was er nooit een landsheer geweest. Ik zal u hier in het kort vertellen hoe er voor het eerst landsheren kwamen, zoals deze heer Methodius het in zijn boek beschrijft. Toen de zondvloed achter de rug was, kreeg Noach een zoon bij zijn vrouw - JonitusGa naar eindo heette hij -, die het uiterlijk had van een reus. Deze zoon vond voor het eerst de sterrenkunde uit en was op de hoogte van alle kennis, wat Onze Heer hem schonk. In die tijd leefde een reus die Nimrod werd genoemd, sterk en dapper, met veel macht, die voortkwam uit het geslacht van Cham.Ga naar eindo Deze man ging naar Jonitus en die heeft hem geleerd hoe hij moest heersen en hoe hij het volk onder zijn macht moest brengen en het aan zich moest onderwerpen. Nimrod heeft dat goed begrepen en vestigde zich waar nu Babel ligt. Nadien werd hij er vorst van heel het land. Dit was de eerste die op aarde regeerde. Hij was weldra zo machtig dat hij alle landen onderwierp. Toen SemsGa naar eindo afstammelingen merkten dat Nimrod zo machtig was, kozen zij aanstonds een vorst, die Pontipus heette. Ook de afstammelingen van Jafeth stichtten een koninkrijk, en andere lieden deden hetzelfde. Zo ontstonden binnen korte tijd | |
[pagina 47]
| |
vier koninkrijken, die onderling steeds hevige strijd hadden en oorlog voerden. Dat kostte menigeen het leven. Want elk van hen wilde als enige regeren en de onderdanen besturen. Daarna kwam de sterke Nimrod en veroverde met een legermacht SemsGa naar eindo rijk met al het land te vuur en te zwaard. Daarna kwam SemsGa naar eindo nakomelingschap met een leger van 10.300 man om dit te wreken op Nimrods opvolger, die Chosdron heette. Dit krijgsvolk streed geheel te voet en niemand had iets anders dan een stok in de hand, naar ik beschreven vond. Chosdron liet zijn tegenstanders een rivier oversteken. Daarna viel hij hen aan en heeft hen allen gedood, daaraan ontkwam er niet één. Dit is een wonderlijke geschiedenis om te horen. Daarna kwam er een met een grote legermacht uit het geslacht van Jonitus - een zoon van Noach, over wie ik u hiervoor vertelde -, die alle landen aan de overzijde van de Eufraat te vuur en te zwaard verwoestte. Dat ging gepaard met menige luide jammerklacht. Want zij richtten daar zesenzestig grote steden te gronde met al het land dat deze steden toebehoorde, met woestijnen, de drie grote rijken van IndiëGa naar eindo en het land van de Ismaëlieten. Dit had tot gevolg dat men er geen mensen meer aantrof. Van de Ismaëlieten, die er een zonderlinge levenswijze op nahielden, zal ik u hierna wonderen van dapperheid vertellen. Die zullen ze verrichten als straf in de christelijke wereld. Daarvan zult u nog veel leed ondervinden. Begrijp hoe streng en krachtig Onze Heer de zonden vanaf het begin altijd heeft gestraft, zoals de boeken ons verhalen, met het zwaard nog het meest. Vanaf de tijd dat de zondvloed voorbij was, en meer nog sinds het afpalen van landen ten opzichte van elkaar een aanvang nam en het recht door heren werd uitgeoefend, is er aanhoudend strijd en oorlog geweest. Iedereen wil graag de aanzienlijkste heer zijn en duwt anderen opzij, waardoor het volk altijd de nodige onrust ondervindt. Want de hoogmoed | |
[pagina 48]
| |
van de heren wordt ten slotte verhaald op het volk: de onderdanen die verbrand worden en ter dood gebracht, zijn de dupe. Als een landsheer met krachtige hand het land op iemand verovert, schrijft men dat toe aan zijn dapperheid. Maar als een onaanzienlijk man iemand anders het zijne ontneemt, schrijft men dat toe aan zijn slechtheid en daarom brengt men hem ter dood. De landsheer gaat echter vrijuit. Ik betwijfel ten zeerste of landsheren in de hemel komen. Want God zal hun na dit leven recht doen en genade verlenen in Zijn oordeel naar de mate waarin zij dat zelf hier op aarde altijd deden. Dat zegt Hij zelf, wiens mond niet liegen kan. | |
2 Over een macht die het Christendom nog tot voordeel zal strekkenNu keer ik weer terug naar de macht, waarover ik u zoëven vertelde, die uit Egypte zou komen tot nut van God, Onze Heer. Deze macht zal uit Ethiopië komen, zegt David op duidelijke wijze. Dit leggen sommige mensen zo uit dat Ethiopië de macht is die dit wonder tot stand zal brengen. Maar vader Methodius spreekt dit geheel en al tegen. Hij zegt dat deze macht niet uit Ethiopië stamt. Het zal een koning zijn, dapper en trouw van harte, die zowel van moeders- als van vaderskant uit Egypte komt, zo las ik. Deze Methodius toont dit als volgt aan. Hij zegt dat Philippus (de vader van Alexander [de Grote]), de hertog van Macedonia, een zeer aantrekkelijke echtgenote had. Zij was een dochter van de koning van Egypte. Bij haar kreeg Philippus de dappere Alexander, zoals ik las. Toen haar man was overleden, bleef ze een aantal jaren bij haar zoon. Toen haar zoon stierf, reisde ze naar haar vader in Egypte - koning PholGa naar eindo heette hij, zoals Methodius geschreven vond -, en bleef daar enige tijd. Daarna gebeurde het dat koning Byzas, de koning van By- | |
[pagina 49]
| |
zantium (een zeer grote stad waarbinnen een machtig koning zitting hield), het erop toelegde Phols dochter als vrouw te krijgen. Dat deed hij omdat zij verstandig was en een mooi voorkomen had. Zo gebeurde het dat haar vader haar aan koning Byzas ten huwelijk gaf. Dit zegt het Latijn erover. Deze dochter heette Cuseth. Dit was de moeder van Alexander, zoals ik u hiervoor meedeelde. Aldus werd Byzas haar echtgenoot. Bij die vrouw kreeg hij een dochter, ‘Byzantea’ luidde haar naam, naar de naam van de stad waarover haar vader koning was. Byzantea groeide uit tot een schitterende vrouw en werd ten huwelijk gegeven aan Armaleüs, koning van Rome,Ga naar eindo naar ik las. De machtige Armaleüs hield zoveel van die vrouw dat hij haar de stad Rome schonk, waarover hij haar als heerseres aanstelde. De rijksgroten die optraden namens het volk, zowel de aanzienlijken als de minder aanzienlijken, waren daar toornig over. Zij wonden zich er bijzonder over op dat een vrouw hun gebiedster zou zijn. Deze vrouwe Byzantea kreeg drie zonen. De eerste heette Armaleüs, naar zijn vader, de tweede heette Urbanus, de derde heette Claudius. Armaleüs regeerde over Rome na zijn vader; Urbanus over de stad Byzantium, waar zijn moeder als heerseres zetelde; en Claudius over Alexandrië, zo vernam ik uit de boeken. Zo kwamen deze drie rijken, die zo enorm machtig zijn, op gelukkige wijze samen in de nakomelingschap van vrouwe Cuseth, de dochter van koning Phol van Egypte,Ga naar eindo zoals ik las. Hieruit zal weldra degene voortspruiten (ik noemde hem al eerder) die namens God komt en tot heil van de christenen in de laatste dagen, zoals u mij hiervoor hoorde zeggen. Dit voorzag de heilige koning David in zijn tijd, meer dan drieduizend jaar voordat het zou plaatsvinden. Dat zal zijn ten tijde van Constantijn, die uit Egypte stamt, over wie ik u hiervoor heb verteld, die koning zal zijn in Griekenland en van Rome. Op dit punt stemmen Sibilla en Methodius met elkaar overeen. Noch- | |
[pagina 50]
| |
tans bestond tussen hen beiden een tijdsverschil van tweeduizend jaar. Deze Constantijn zal op eervolle wijze de heidenen en de joden bekeren of doden, zoals ik hiervoor heb beschreven. Zijn heerschappij zal honderd twintig jaar duren, zoals ik in mijn bronnen las, en in die tijd zal het hele joodse volk overgaan tot het christelijk geloof. Dan zal men uit alle windrichtingen het Heilige Graf van Christus bezoeken en dat met heilig ontzag vereren, boven alle andere plaatsen. In die tijd, zo lezen we, zal het joodse volk behouden blijven en ook de joden uit Israël zullen op een veilige plaats wonen. Want vanaf de tijd dat ze Christus om het leven brachten, hadden ze land noch aanvoerder. Maar dit keer zullen ze duidelijk inzien dat ze zich hebben vergist. Daarna zal de komst van de antichrist zeer dichtbij komen. De heilige Paulus heeft hierover veel in zijn brieven geschreven, die hij her en der naar toe stuurde. Christus, de Zoon van God, spreekt hierover heel mooi, zodat vrouw noch man hieraan mag twijfelen. Vrouwe Sibilla laat ik nu rusten, ik wil op de heilige, goede Methodius overstappen, die veel nuttigs te berde brengt. Ook heeft hij het over straffen en rampen die God, Onze Heer, zal sturen voordat het laatste uur geslagen heeft, alles vanwege de zonden van de mens. |
|