Nawoord.
Later, toen Wim weer bijkwam, hoorde hij de toedracht van de zaak. De boswachter, die het allemaal vanuit de verte had zien gebeuren, had hem met een goedgericht schot het leven gered. Was hij tien seconden later gekomen, dan was het met Wim gedaan geweest.
Zwarte Jaap had men in allerijl naar het ziekenhuis vervoerd, hij was echter niet meer te redden geweest.
Op z'n sterfbed echter had hij zich met God verzoend en een volledige bekentenis afgelegd.
Ook bekende hij, dat hij het was geweest, die indertijd Wim's Oom beroofd had, zodat ook de donkere schaduwen uit diens leven verdwenen waren en hij de verre reis niet voor niets gemaakt had.
En de club? hoor ik jullie vragen.
De club heeft nog lang bestaan, ik heb verschillende leden persoonlijk gekend en ik hoop dat we de jongens in een volgend verhaal gezond en wel mogen terugzien.
EINDE