éen dag eerder gekomen was. 't Is om tureluursch te worden, je moet maar ongelukkig wezen!....’
‘Ja, het is jammer, je hadt hem misschien een ankertje geellak kunnen aansmeren.’
‘Neen, dat is nu maar gekheid, maar ik had zoo'n man graag eens willen zien, en als ik dat nu maar eerder geweten had, dan had ik het misschien zoo kunnen schikken, dat ik met hem reisde.’
‘Ja, en wie weet, of je dan later niet een eervolle vermelding hadt gekregen in de Impressions de Voyage. Dat had je zeker in het buitenland nog wel eenige klanten bezorgd, en licht mogelijk, dat we er een nieuw merk door hadden zien geboren worden, b. v. Paulliac Victor Hugo, buiten impost ƒ 28.- per anker.’
‘Ja, jelui kunt goed spotten, want je hebt geen gevoel voor zulke dingen, maar ik, die zoo ontzettend graag zulk een celebriteit had willen ontmoeten, ik word ook nooit eens door de fortuin begunstigd.’
‘Ik zou in uw geval der fortuin een proces aandoen, mijnheer Zwart, en mij, op zijn zachtst genomen, ten minste met haar brouilleeren, want zij schijnt u toch te negeeren, sinds je de schaapjes op het droge hebt.’
‘Heb jij Victor Hugo gezien, Juliaan?’ vroeg Zwart.
‘Dat zal waar zijn! Ik haalde hem in, toen hij met onzen dominé naar de kerk ging.’
‘Zoo, maar dan heb je hem ook maar alleen van achteren gezien.’
‘Nu ja, is dat niet voldoende? Ik heb zoo vele beroemde mannen in de oogen mogen zien, dat ik nu voor de variatie