Illustraties
|
blz. |
Conscience in 1852 |
5 |
Eerste bladzijde van den ‘Leeuw van Vlaanderen’ |
31 |
Conscience's Bruid |
39 |
Conscience in 1881 |
42 |
Illustratie uit ‘De Kerels van Vlaanderen’ |
59 |
Illustratie uit ‘De Loteling’ |
71 |
Illustratie uit de 1e uitgave van ‘Rikke-tikke-tak’ |
92 |
Titelplaat uit ‘De Loteling’Ga naar voetnoot*) |
96 |
|
-
voetnoot*)
- In het laatste hoofdstuk van ‘De Loteling’ vertelt Conscience hoe hij na een onweer in een hoeve moest vluchten. ‘Na eene korte wyl was ik reeds met deze goede menschen gemeenzaem en ik koutte met hen als een lang gekende vriend. Des namiddags nuttigde ik met hen het voedzame roggenbrood en dronk den koffy der gastvryheid. En alzoo ik voor alsdan niets beters te doen had, dan te luisteren op de aerdige dingen die de man met éen oog en zyne vrouw my vertelden, was het eerst des anderendaegs 's morgens dat ik de hoeve verliet.
Wat ik U in deze geschiedenis verhaeld heb, lieve lezer, vernam ik dien avond op de eenzame hoeve, die eertyds slechts uit twee leemen hutten bestond, doch nu eene schoone boerdery met vier koeijen en twee peerden geworden is.’
In een nota verwijst hij zelf naar de titelplaat.
|