‘Ja, ik kwam gisteravond met den laatsten trein. Ik wilde vandaag nu eens de eerste zijn, die je gelukwenschte. Kijk, dit bracht ik voor je mee.’
Al weer zoo'n fijn, teer pakje. ‘Het hoort bij vaders cadeau,’ vervolgde tante geheimzinnig. Uit vele omwindsels kwam een gouden schakelarmbandje te voorschijn.
‘O tante, dank u wel, het is prachtig, het is te mooi!’
Alsof ze nog een heel klein meisje was, zette tante Else haar op schoot, sloeg een arm om haar heen en fluisterde:
‘Gelooft Greetje nu, dat tante Else veel van haar houdt?’
Greet knikte van ja. Zij zou ook veel van tante kunnen houden, als tante maar niet zoo heel akelig netjes was.
‘Heeft U moeder goed gekend?’ vroeg ze opeens.
‘Natuurlijk kind. Je moeder was mijn oudste en eenigste zuster.’
‘Hoeveel scheelde U wel?’
‘Bijna acht jaar. Jouw moedertje was voor mij eigenlijk ook een moeder. We stonden beiden alleen op de wereld.’
‘Lijk ik op haar?’
‘Neen, kind, je lijkt sprekend op je vader.’
‘Dat bedoel ik niet. Ik bedoel zoo innerlijk.’
Tante Else dacht even na.
‘Tante, was moeder ook zoo, zooo...