Oudvlaemsche gedichten der XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen. Deel 3
(1851)–Ph. Blommaert– AuteursrechtvrijPh. Blommaert, Oudvlaemsche gedichten der XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen. Deel 3. L. Hebbelynck, Gent 1851
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1176 B 18
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Oudvlaemsche gedichten der XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen. Deel 3 van Ph. Blommaert uit 1851. Het gehele werk bestaat uit drie delen.
redactionele ingrepen
p. 3: op deze pagina is tussen vierkante haken een kop toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, XVI) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
OUDVLAEMSCHE
GEDICHTEN
DER
XIIe, XIIIe EN XIVe EEUWEN,
UITGEGEVEN
DOOR
Jonkh.r PH. BLOMMAERT,
Lid der Nederduitsche Letterkundige Maetschappyen te Brussel, Gent, Brugge, Antwerpen, Leuven, Leyden, Utrecht, Leeuwarden, Minden, enz.
DERDE DEEL.
Gent,
BOEK- EN STEENDRUKKERY VAN L. HEBBELYNCK,
KAMMERSTRAET, 6.
1851.
[pagina 158]
INHOUD.
Bl. | |
---|---|
Inleiding | iii |
Die dietsche Lucidarius. | 1 |
Die niwe Doctrinael, door Jan Die Weert, van Ypere. | 75 |
Dit's van Augustijnkens sceepkene | 105 |
Zedelessen | 113 |
De Schepping, door Augustijnken | 120 |
Dit is van ·VI· vaerwen ende ·VII· outheyden, deen metten anderen bediedt | 124 |
Dit es en expositie vanden vier vingheren ende vanden dume. | 128 |
Dit is Sinte Jans Ewangelium, alsoe 't Augustijnken geexponeert heeft | 131 |
Hier begint den AB recht ende averecht; op elc littere een vers. | 143 |
De borch van Vroudenrije, die Augustijnken maecte | 144 |
Van der rijcheit en van der doot, door Augustijnken | 147 |
Die niwe Doctrinael (Varianten van het Leidsche Handschrift). | 149 |