Zij ziet vaag een door het zonlicht overgoten binnenplaats met witte gestalten, de open deuren van een ziekenwagen. Dan verliest zij in de aangename koele schemering opnieuw het bewustzijn.
Eenigen tijd rijdt de auto over een blinkenden, gloeiend heeten asphaltweg, om ten slotte voor een groot gebouw te stoppen.
Een paar enorme ijzeren deuren gaan open.
Geruischloos glijdt de wagen naar binnen en de deuren worden onmiddellijk weer gesloten.
En even later ligt no. 4325 weer in een bed.
Zij wordt pas den volgenden morgen wakker en voelt zich verkwikt en heerlijk uitgerust. Maar als zij om zich heen kijkt, mist zij eerst de bloemen, die aan elk ziekbed staan, daarna het snoer van de bel voor de verpleegster en ten slotte - zij ligt in het eerste bed bij den ingang - mist zij nog iets anders......
De deur van de ziekenzaal heeft geen knop aan den binnenkant......
Eerst langzaam, dan sneller en sneller keert het herinneringsvermogen terug.
Merkwaardigerwijze in omgekeerde volgorde.
Allereerst de verwarde indrukken van den vorigen dag, de lichte binnenplaats, de witte gestalten, dan plotseling twee massieve zwarte figuren, tal van vragen, daarna de helder witte zoldering van een zaal, 'n warme, opeengepakte menschenmenigte, World's Fair......
Plotseling komt zij overeind.
Met een ruk.
In een oogwenk is zij uit haar bed, zakt door