Het lieve boek(1854)–A.C. Bloemendal– Auteursrechtvrijwaarin men vindt beschreven, en afgebeeld naar 't leven, met fraai gekleurde plaatjes, al wat de kleine maatjes, kan leeren en vermaken, met honderd andre zaken Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] 7 De avond. 2. vertellen. Toe Moedertje-lief, toe! vertel ons nu weêr - Wij hooren 't zoo graag - van den woedenden beer, Van 't listige vosje, van 't moedige paard, Van 't wollige schaapje, zoo vreedzaam van aard; Van 't zwaantjen ook willen wij gaarne wat weten, En laten we Blaauwbaard vooral niet vergeten. 't Kaboutertjen ook niet, dien olijken dief - Toe Moedertje-lief, toe! ge zijt toch zoo lief! - Zoo fleemen de kleinen, en - Moedertje wil; De kindertjes zijn als twee muisjes zoo stil; 't Genoegen is hun op de wangen te lezen: Geen wonder! wie zou er dan stout kunnen wezen? Opgepast Maar wie of er van dat al Nu het meest onthouden zal En het minst wel zal vergeten: Kijk, dat zou ik gaarne weten. [pagina 19] [p. 19] Vorige Volgende