poëzie is krachtens haar wezen poésie pure, dat is juist de reden, waarom ik niet van deze uitdrukking houd, want zij is niets dan een pleonasme.
De Nagelaten Verzen van Adwaita, op zeer consciëntieuze, in een uitvoerige inleidende aanteekening verantwoorde, wijze, evenals destijds het tweede deel van Brahman, door Victor van Vriesland uitgegeven, bestaan uit een kleine, niet defmitief-voltooide, hoewel ook niet bepaald fragmentarische cyclus van jeugdherinneringen in sonnetvorm. Hij had aanvankelijk in het tweede deel van ‘Brahman’ moeten worden opgenomen en men zou het boekje onrecht aandoen, als men daar geen rekening mee hield, maar het als een afzonderlijk werk ging beschouwen. Ik heb er hiervoor een gedicht uit overgeschreven, dat ontegenzeggelijk een schoon, door een groote dichterlijke adem gedragen, sonnet is, hoewel de achtste regel bepaald zeer rhetorisch en banaal is. Toch blijf ik er bij, dat Dèr Mouw's poëzie, niettegenstaande er telkens prachtige lyrische ‘uitbarstingen’ - het woord is misschien wat vreemd, maar ik weet er geen beter voor - in plaats grijpen, als geheel meer merkwaardig dan zonder voorbehoud schoon moet worden genoemd. Dat deze dichter van al het gemakkelijke (schijn-)schoon van het vers afstand heeft willen doen, is ontegenzeggelijk een verdienste, maar - dit behoeft geen betoog - een negatieve. Er is daarmee, vrees ik, echter ook werkelijk schoons opgeofferd. Bovendien verwarde hij, met zoovele anderen, spreektaal en natuurlijke taal. Te breken met de dichterlijke conventie is een voortreffelijk, hoewel als gezegd, negatief iets. De volmaakte dichterlijke taal is volmaakt natuurlijk. De spreektaal echter is de volkomen tegenvoeter van de geijkte dichterlijke taal: zondigt deze laatste door
opgeblazenheid, de eerste zondigt door afgesletenheid. Het is volmaakte dwaasheid om, zooals Dèr Mouw bijvoorbeeld schijnt te hebben gewild, het woord ‘streelen’ altijd te willen vervangen door ‘aaien’, omdat men in de omgangstaal altijd dit woord zou gebruiken inplaats van dat. Gesteld dat dit zoo was (ook dit