De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd99St. Nic. 14 Oct. '30
Beste Aart Hartelijk dank voor je brief met nieuws over jelui Londensche reis; ik ben erg blij, dat jelui zoo genoten hebt en dat het weer goed was.Ga naar voetnoot355 Ja, Londen is een prachtige stad, het heeft niet het lieflijke van Parijs, maar, zooals je zegt, de mist is daar iets heel bijzonders. Ik herinner mij nog altijd een prachtige, zachte, mistige avond in Maart, toen ik boven op een bus van de Strand naar Oxford street ben gereden. - Als ik er ooit weer eens kom, wil ik eenig litteraire ‘haunts’ gaan opzoeken. Ik ben op het oogenblik alleen hier, Claartje is nog met Wim in Bergen; Vrijdag ga ik er ook weer heen om hen te halen en wij komen dan Woensdag allen voorgoed hier terug. Ik hoop zoo, dat wij nu nog wat mooi weer zullen krijgen, het is tot dusver bijna steeds min of meer slecht geweest. Verder geen nieuws. Ik heb gesolliciteerd naar Eindhoven, wat ik echter zeker niet zal krijgen, want het is een Katholieke vacature. | |
[pagina 176]
| |
De Lives stuur ik je tegelijk met dezen.Ga naar voetnoot356 Ik ben erg blij, dat je me eraan herinnerde, want ik was het, eerlijk gezegd, vergeten, doordat ik, toen ik van jelui kwam, naar Bergen ben gegaan, vermoed ik. Of neen, ik ben toen eerst nog een paar dagen hier geweest, maar had het toen krankzinnig druk. In het volgend nummer van Leiding komen twee verzen van mij, in de ‘Balans’ één.Ga naar voetnoot357 En hiermee eindig ik eens, mijn beste. Geloof mij met heel veel hartelijks, ook aan Toos en Joh.Ga naar voetnoot358
steeds je Jacques |
|