De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 175]
| |
98St. Nicolaasga 31 Augustus 1930
Beste Aart Hartelijk dank voor je langen brief, waarmee je mij erg veel plezier hebt gedaan. Ik heb nu maar aan van Suchtelen voorgesteld, het boek gewoon ‘Prue Sarn’ (zoo heet de heldin) te noemen. Het is een poovere oplossing, maar ik weet geen betere en heb er genoeg over gepeinsd.Ga naar voetnoot354 Vrijdag gaan wij naar den Haag en den Dinsdag daarop naar Bergen. Wij zijn er dus maar kort en hebben dan erg veel te doen, zoodat wij met den tijd moeten woekeren, want Maandag kunnen wij niet bij je komen. Het gaat dus tusschen Zaterdag en Zondag, 's ochtends of 's middags. Je zou mij nu een groot genoegen doen, als je mij even wilde schrijven, wanneer jelui het het best schikt, dan kan ik daarmee rekening houden bij het vaststellen der verdere plannen. Het liefst kwamen wij 's ochtends. Schikt 's middags je echter beter, dan is daar ook geen bezwaar tegen, maar wij kunnen dan pas later in den middag komen, omdat Wim eerst slaapt. Mag ik dat dus nog even van je hooren? En geloof mij inmiddels met heel veel hartelijks, ook voor Toos en Joh (Claartje is vanmiddag met Wim naar Rotterdam vertrokken en kan dus niet groeten)
steeds je Jacques |
|