De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd77505. Keizersgracht Amsterdam 22 Juni 1918
Beste Aart Je bent toch morgen jarig, niet waar?Ga naar voetnoot291 Hartelijk gelukgewenscht, mijn allerbeste. Laat dit maar weer een jaar zijn van de meest overdadige reeksen van meesterwerken, èn van een goede gezondheid, want dat is toch ook altijd een kapitale quaestie. Ik vond het weer zoo heerlijk, de vorige maand eens bij jelui geweest te zijn. Wat jammer toch, dat je hier niet wat dichter in de buurt woont. Enfin, dat stellen we maar uit tot later - het later, dat nooit komt. Nu iets over mezelf. Ik heb - ofschoon ik natuurlijk niet in eigenlijken zin des woords gelukkig ben, dat scheelt nog te veel - eindelijk, na jaren, toch bepaald veel minder reden tot klagen. Dat is wel iets negatiefs, maar voor mij, die zoo jaren lang in den put heeft gezeten, toch al heel wat. In de eerste plaats gaat het met mijn moeder wat beter. Je weet, dat die met de maag sukkelde en haast niet meer at, zoodat ze zoo ontzettend vermagerde. Gelukkig gaat dat nu wat beter, en dat is voor mij het centrale punt van het leven: mijn ouders. Wat mijn baantje betreft: vooropgesteld, dat het volmaakt onmogelijk is, dat ik één baantje niet beroerd zou vinden, is dit baantje tenminste zoo min beroerd mogelijk.Ga naar voetnoot292 Mijn chef blijf ik een charmanten man vinden, en dat is een kapitaal iets. - Ook de financieele wolken zwaaien wat minder bliksems, hoewel ik nog lang niet uit de moeilijkheden ben, Kortom, er ontbreekt nog heel wat aan mijn leven - in de eerste plaats het ideale boeren- of schippersmeisje - maar het is toch wat beter geworden. En dat heb ik in geen jaren kunnen zeggen. Een ding is jammer: mijn vader kon niet naar Castricum solliciteeren, omdat het geheel katholiek is. Hij is bij den Commissaris erover wezen spreken. Ik hoop nu maar op een andere geschikte plaats in N. Holland, maar er zijn er niet veel. Nu nog een verzoek. Wil je die afleveringen van de N [ouvelle] R [evue] F [rançaise] waar Le grand Meaulnes in staat, sturen aan Arthur [van Schendel]? Ik was 2 weken geleden bij hem, en beloofde het hem toen. 't Lijkt me wel een boek voor hem, vindt je niet?Ga naar voetnoot293 | |
[pagina 151]
| |
Nu adieu, beste Adriaan. Laat je bij gelegenheid nog eens een van die zoo hoogelijk gewaardeerde brieven op mij los? En doe je mijn hartelijke groeten aan Toos en Joh? En geloof mij
als steeds je vriend Jacques |
|