De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
71Almeloo 7 December 1917
Beste Aart Ik moet je eens even mijn enthousiasme uiten. Ik ben n.l. een boek aan 't lezen, dat ik zoo ongelooflijk verrukkend vind, en dat ik, zoodra ik het uit heb, aan jou zal zenden. Je moet me dan beloven, het vóór al de andere te lezen, en mij onmiddellijk te schrijven hoe je het vindt. Ik heb het al een tijd in huis, het staat n.l. in de Nouvelle Revue Française van 1913, maar ik had het nog nooit gelezen; Jan [Greshoff] maakte mij erop attent. Het heet Le grand Meaulnes, en de schrijver is Alain Fournier. Hij is in 't begin van den oorlog ‘disparu’, weer een slachtoffer van je vrienden de Moffen. En welk een! Dit boek - het eenige, dat hij geschreven heeft - is van een romantiek, zooals ik niets ken, zóó echt en warm en ademend van het edelste leven, zoo vol van het menschelijkste verlangen. Het is een meesterwerk. Ik hoop er iets over te schrijven in de Beweging, als ik niet te veel beroerdigheden heb, die mij daarvan weerhouden. Ik vind het ook zoo net iets voor jou. Schrijf mij dus dadelijk hoe je het vindt.Ga naar voetnoot271 - Verder gaat het mij beroerd. Ik kan het op den Secretarie ook al niet vinden. Het is ook niet te doen, iederen dag weer aan een werk te moeten, dat me niets als verveling of hoogstens onverschilligheid inboezemt. Jij kent dat trouwens, mijn beste. Wat zou het leven met een beetje vrijheid goed kunnen zijn, en wat is het bedonderd. Altijd die zorgen, die eigenlijk gezegd de zorgen nog niet waard zijn. - Vroeger zei men, dat de dichters niet voor de wereld waren, dat is niet waar, maar 't omgekeerde wel: de wereld is niet voor de dichters. Nu adieu. Schrijf me, als je de boeken hebt gekregen en Le grand Meaulnes gelezen. Heel veel hartelijks voor jelui 3ën van
je vriend Jacques |
|