De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd63Bergen 2 September 1917
Beste Aart. Het deed mij erg veel genoegen weer eens een brief van je te ontvangen en vooral was ik blij te hooren, dat je waarschijnlijk in Egmond komt. Ik ben n.l. sinds gisteren in Bergen en denk er deze maand te blijven. Als jij nu in Egmond komt, kunnen we elkaar dikwijls zien, wandelen etc.. Wat zou dat heerlijk zijn! Zie dus bepaald, dat je in E. komt, mèt Toos en Joh. Dan heb ik ook weer eens een paar gelukkige dagen. Jany Roland Holst is hier ook, tot den 18den. Jan en Aty [Greshoff] komen hier den 16den voor een dag of twee, drie logeeren bij Veldheer.Ga naar voetnoot248 Dat is dus alles heel gezellig; wees nu eens niet te bang voor een beetje drukte, maar kom tegen dien tijd. Of wil je het bepaald niet, dan na den 18den. Bovendien ben je in Egmond, en dus eigenlijk erbuiten. Ik ben de vorige week van Zaterdag tot Maandag ook hier geweest met Arthur [van Schendel] om naar het openluchtspel te gaan. Het was heel gezellig. Zondag kwam Rensburg ook, hetgeen niet weinig tot de vroolijkheid bijdroeg.Ga naar voetnoot249 Wij aten met Coen Hissink en zijn vriendenkring.Ga naar voetnoot250 Op 't oogenblik is Bergen gelukkig bijna zonder vreemdelingen. 's Zomers is het hier ontzachelijk druk. Maar nu is het hier prachtig en heerlijk. Ik heb 5 gedichten in deze aflevering v/d Gids. Overdrukjes heb ik niet laten maken, aangezien ik daarvoor moest betalen, zoodat ik je er helaas geen kan aanbieden.Ga naar voetnoot251 Ik heb gesolliciteerd naar Commies-redacteur in Deventer, ƒ1800; dus nogal mooi. Ik kan dan thuis eten. Maar uit Amsterdam weggaan vind ik wel bedonderd. 't Kan mij evenwel minder schelen omdat ik trouwplannen heb. Daarvoor ben ik hier. Mondeling meer. Ik schrik nu ik plotseling het woord ‘trouwplannen’ neerschrijf. Maar ik geloof dat het ditmaal voorgoed is. | |
[pagina 128]
| |
Beste Aart, als je eenigszins kunt, kom dan in Egmond. Ik heb je juist nu zoo noodig. En schrijf mij even wanneer je komt, dan kom ik je van 't station E. afhalen. Gisteren dronk ik thee bij een oom en Tante van Jany, die je ook nog wel kent, de heer en mevrouw Schieveen Borgman. Heele aardige menschen; ik heb er allergenoegelijkst zitten praten. Het deed me erg veel genoegen te hooren, dat je de verzen van Albert Besnard gekocht hebt.Ga naar voetnoot252 En dat je eindelijk den waren Baudelaire hebt ontdekt. Je gedicht op hem vind ik heel mooi, hoewel nog meer kenmerkend voor jou dan voor hem.Ga naar voetnoot253 Ik ga in de oude Groene een stukje schrijven over Besnard.Ga naar voetnoot254 Ik was ook erg blij te hooren dat jelui drieën het zoo goed maakt. Ik hoop dit spoedig persoonlijk te kunnen constateeren. En nu adieu. Laat mij het evangelie van jelui komst te E. hooren en geloof mij met hartelijke groeten voor jelui drieën
als steeds je vriend Jacques |
|