De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd41Almeloo 29 Maart 1916
Beste Aart. Twee dingen heb ik je eergisteren nog vergeten te schrijven. Ten eerste, dat ik nu heusch je Kinderland heb gelezen. En dat ik het prachtig, vind. Of heb ik je dat nu toch wel al bericht? Terwijl ik dit zit te schrijven, begin ik te twijfelen; ik geloof, dat ik het toch wel reeds heb geschreven. Enfin, dan hoor je het nog eens, dat is zoo erg niet. Ten tweede was ik al lang van plan achterstaand vers eens voor je over te schrijven, dat ik een tijd geleden in een Engelsch Magazine vond. Ik vind het bizonder teer en mooi, en hoop - al vrees ik natuurlijk het ergste -, dat je smaak nog niet zóó door de Gott-strafe-England-poëzie van de heeren Lissauer c.s. bedorven zal zijn, dat je de poëzie van het perfide Albion niet meer kunt apprecieeren.Ga naar voetnoot185 En nu adieu, bevriende [...]. Laat mij maar weer gauw eens iets van je hooren. (o.a. of je dat stukje v. Stilgebauer al gelezen, en of je je toen niet diep geschaamd | |
[pagina 99]
| |
hebt)Ga naar voetnoot186 en geloof mij met hartelijke groeten - en beste wenschen voor de gezondheid, aan jelui 3ën
als steeds je vriend Jacques The Meuse and Marne have little waves;
The slender poplars o'er them lean.
One day they will forget the graves
That give the grass its living green.
Some brave French girl the rose will wear
That springs above his comely head;
Will twine it in her russet hair
Nor wonder why it is so red.
His blood is in the roses veins,
His hair is in the yellow corn,
My grief is in the weeping rains
And in the keening wind forlorn.
Flow softly, softly, Marne and Meuse;
Tread lightly, all ye browning sheep;
Fall tenderly, o silver dews,
For here my dear love lies asleep.
The earth is on his sealed eyes,
The beauty marred that was my pride.
Would I were lying where he lies,
And sleeping sweetly by his side!
The spring will come by Meuse and Marne,
The birds be blithesome in the tree.
I heap the stones to make his cairn
Where many sleep and sound as he.
(Windsor Magazine, February 1915) |
|