De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd37Almelo. 23 December 1915
Beste Aart. Eindelijk zal ik je dan weer eens iets van me laten hooren. De enveloppe, met adres en postzegel erop, ligt al dagen lang klaar, maar de brief wou maar niet komen. We hebben weer allerlei narigheden gehad. Je weet, dat mijn broer Floris sinds eind September volontair b/h Instructie-Bataljon te Kampen is. Nu was hij al sinds eenige weken verkouden en hoestende uit K. terug gekomen, en een paar | |
[pagina 91]
| |
weken geleden voelde hij zich zoo beroerd, dat hij niet terug kon gaan. Mijn dokter onderzocht hem, en ook de waarnemende officier v. gezondheid hier. Zij vonden zijn longen niet in orde. Hij is toen een week hier geweest, daarna 1½ week in het militair hospitaal te Kampen (ik ben hem daar nog eens wezen opzoeken, dat is beneden alle kritiek, zoo'n inrichting is werkelijk een schande) en vandaag is hij met kerstverlof thuis gekomen. 't Is nu niet bepaald gevaarlijk, maar het is toch lang niet zeker of hij in den militairen dienst zal kunnen blijven. En dat was nu eigenlijk het eenige, wat met hem nog wou lukken.Ga naar voetnoot161 - We zijn toch wel een beetje een vooze familie. Ik maak het overigens goed. Na eenige weken kwam de dokter gisteren nog eens en onderzocht mij. Hij vond mij, evenals de vorige maal, werkelijk genezen en zou mij pas over eenige maanden nog eens onderzoeken. Ik ga sinds de vorige week weer naar Utrecht om te repeteeren. Ik was wat blij, er weer eens te zijn, hoezeer ik vroeger altijd op die rotstad heb gescholden. Overmorgen ga ik voor een paar dagen in Amersfoort logeeren, en 10 Januari ga ik voor een paar dagen b/d familie v.d. Meulen in Utrecht logeeren. Ik ga solliciteeren naar een betrekking in Amersfoort, die wel niet veel geeft (voorloopig ƒ900) maar heel aardig. Je moet weten, dat in Amersfoort een zeer knappe en moderne (in den besten zin des woords) burgemeester is. Zoodoende wordt die gemeente zeer modern bestuurd. Nu wordt er gevraagd een commies ter Gemeente-Secretarie, belast met de afdeeling maatschappelijk werk. Dat lijkt me nu verbazend interessant. Ik denk, dat ik wel eenige kans maak. Er werd gevraagd: bij voorkeur een jong Mr. in de rechten of staatswetenschappen. Als er nu maar geen sollicitanten zijn, die reeds ervaring hebben op dat gebied, want die hebben de voorkeur, en dan ben ik foutu. Maar ik heb er natuurlijk veel connecties. Eind Januari, ik hoop den 24sten, ga ik examen doen. Dien dag promoveert mijn vriend v.d. Meulen. Nog een andere beroerdigheid (je ziet: ik spring van den hak op den tak) is deze: je herinnert je misschien die mooie poes, die we hadden, een soort angora, de lieveling van mijn vader? Die is plotseling gestorven. Wij zijn er allemaal vreeselijk bedroefd om geweest, en vooral Papa. Hartelijk gefeliciteerd met de boekmenschstrooming v. Verwey. Dat vergoed [sic] toch altijd veel miskenning, vindt je niet?Ga naar voetnoot162 - Je opmerkingen over V. zijn overigens volkomen juist. (Herinner je bijv. die vreeselijke regel in ‘Aarde’ over die | |
[pagina 92]
| |
menschen, die ‘in eerste-klas fauteuilen reizen’.).Ga naar voetnoot163 - Heb je mijn glorie in de Gids v. Nov. gezien. Daarin staat een roman v. Johan de Meester, getiteld ‘Carmen’ en daarin komt een persoon voor, waarover o.a. dit gezegd wordt: ‘Hij herinnerde zich van den dichter Bloem’ en dan volgt een citaat uit ‘Het Verlangen’. Wat zeg je me daarvan? Arrivé, wat? Maar wat zou daar achter zitten? Mijn verzen zijn altijd door den Gids geweigerd, d.w.z. na Cophetua heb ik nooit meer iets gezonden.Ga naar voetnoot164 Ik schreef overigens nog 4 verzen, maar ze zijn nog niet af. Twee waar ik absoluut niet had gerekend [sic], zoomaar op een dag.Ga naar voetnoot165 Ik begon nog aan een derde, maar dat was kulkoek en heb ik gauw doorgekrast. Wat een productiviteit, vindt je niet? Is dat nu het leven, dat herbegint, of de laatste opflikkering voor den dood? Nu adieu, mijn beste. Heel, heel veel liefs voor Toos en Joh en voor jezelf en geloof mij
als steeds je vriend Jacques |
|