De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |
De dichter J. Jac. Thomson ± 1903
| |
[pagina 76]
| |
van jou verwachtte. Geenszins om je Deutschfreundlichkeit, die ik natuurlijk wel betreur, maar geen eens zoo heel erg, omdat jij de eenige van mijn pro Duitsche vrienden bent, die het niet beredeneerd [sic], en dus hoogst redelijk bent. Ik ben [...] wel neergeslagen door de nederlagen van de Russen, hoewel het mij geenszins verwonderd [sic]: ik heb altijd verwacht, dat de Duitschers zouden winnen, omdat het kwade op aarde bijna altijd tijdelijk overwint.Ga naar voetnoot132 Maar des te heerlijker zal de volgende oorlog zijn: de vernietiging van de brute Pickelhauben. Wat mijn gezondheid betreft het volgende: ik heb zooals Jan [Greshoff] je zeker schreef pleuritis. Ik lig nu al ruim 7 weken te bed. Misschien dat ik de volgende week een beetje op mag staan, maar veel zal 't nog niet zijn. De ziekte zelf veroorzaakt mij nu niet zooveel narigheid, maar allerlei bijkomstige omstandigheden maken het akelig. Ten eerste het feit dat, wanneer ik genezen zal zijn, ik mij nog zoo geweldig moet in acht nemen, wel een of twee jaren lang, want het is een ziekte, die een geweldige neiging tot recidive heeft. Ik mag in een half jaar niet rooken - alles, wat voor mij het grootste genoegen in mijn leven was: de tochten met een intiemen vriend naar Amsterdam, het zitten in café's, het exploratie - tochten doen door de donkere buurten van A'dam - alles voorloopig afgelast. Gedurende een half jaar een plantenbestaan. (dit zal je, beminnaar en bezinger van de planten, een oneerbiedige uitdrukking vóórkomen). Verder is het voor mijn ouders heel lastig, want zij gaan de volgende maand verhuizen. Ik moet dan vrij waarschijnlijk tijdens die verhuizing een paar weken in het R.K. ziekenhuis alhier, dat uitstekend is, maar wat ik toch nogal vervelend vind. Thomson had mij ook nog voor dien tijd te logeeren gevraagd: ik zou dat natuurlijk oneindig veel gezelliger vinden, maar ik vrees, dat de dokter het niet zal goedvinden. Enfin, ik blijf nog tot half September hier in huis, en dan zullen wij wel weer [?] zien. - Ik heb verder nog een ellendigen tijd gehad, doordat mijn sputum onderzocht werd: ik zat toen geweldig te knijpen, want ik was bang al die tuberculeuze dichters met een te vermeerderen. [sic] Tot mijn onuitsprekelijke vreugde kan ik je meedeelen, dat dit volmaakt bevredigend is afgeloopen. - Ik had eigenlijk gehoopt, dat je vanuit Apeldoorn (waar Jan [Greshoff] mij vertelde, dat je was) eens even hier zoudt zijn aangekomen. - 't Spijt mij te hooren, dat je je zelf ook niet te best voelt: ik hoop, dat het niet van langen duur zal zijn, trouwens: een natuurarts bij een natuurdichter - die combinatie kan niet anders zijn vruchtdragend zijn. Nu adieu mijn beste, ik mag eigenlijk maar korte brieven schrijven, maar ik houd mij daar nu niet zoo stipt aan: ik mag ook maar heel weinig lezen en opzitten, maar dat is niet vol te houden. Doe mijn hartelijke groeten aan Toos en Joh, knap zelf maar weer gauw op en geloof mij
als steeds je Jacques | |
[pagina 77]
| |
Ik hoop, dat je mijn gekrabbel kunt lezen: mijn pen schrijft allerberoerdst en in bed schrijven is toch altijd lastig. Om den anderen dag eet ik Joghurt en dan denk ik aan jou. Tot mijn spijt Bulgaarsch (pro-Duitsch) en niet Japansch.Ga naar voetnoot133 |
|