De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 67]
| |
26Amersfoort Zaterdag 10 April 1915
Beste Aart. Je brief kwam net bijtijds. Ik was n.l. juist van plan, je vanavond te schrijven, en kan dat nu nog doen in aansluiting aan je brief. Ik moest je n.l. schrijven ter introductie van mijn vriend Mees, die je zoo dolgraag eens een bezoek zou komen brengen. En aangezien ik hem wel waardig oordeelde om tot het heiligdom van den dichter van ‘Herscheppingen’ te worden toegelaten, beloofde ik hem dit. Hij is een zeer zwijgzaam en teruggetrokken levend jongmensch, sinds kort doctorandus in de chemie, veel lezend en veel droomend, en een groot bewonderaar van jou. De rest zul je zelf wel merken. Ik heb hem geschreven, dat hij Kinderland maar moet gaan betalen, dat is dan meteen een reden voor hem om je op te zoeken. Ook schreef ik hem, je vooruit te schrijven en 's avonds te komen - dat is immers de tijd, waarop je 't liefst bezoek ontvangt? Neen, ik lees op 't oogenblik niets meer, dankzij mijn examen, behalve kranten en anti-Duitsche brochures. (Het gaat de geallieerden intusschen weer goed, de laatste dagen, o pan-Germaan!). Maar na het examen ga ik onmiddelijk je Kinderland lezen, dat beloof ik je. Het examen zal nu niet meer worden uitgesteld. 3 Mei is de datum, en dan doe ik het ook, al is de mogelijkheid van er te komen vrijwel nul. Groot Nederland heeft mijn verzen aangenomen, ik heb de proeven gehad, maar zij zijn niet verschenen, evenmin als een gedicht in Onze Eeuw, waarvan ik ook deze maand de proef kreeg.Ga naar voetnoot107 Ik krijg zeker wel overdrukjes van je stukken, die niet in de Beweging verschijnen? Het deed mij genoegen, dat je mijn stuk over het Verlangen approuveert. Het eene citaat, dat je niet zoo direct thuis kon brengen, is van Shelley, uit een gedicht, dat begint: One word is too often profaned/For me to profane it.Ga naar voetnoot108 Hoe vondt je Cronheim? Wel een aardige jongen, niet? En verder zal het je Bier- | |
[pagina 68]
| |
Blad 1 en 2 van een brief door J.C. Bloem aan Aart van der
Leeuw, d.d. 3 december 1914
| |
[pagina 69]
| |
[pagina 70]
| |
und-Sauerkrautsche hart wel goed hebben gedaan, even een soortement Mof bij je te hebben gehad.Ga naar voetnoot109 Met de inschrijvingen op de Beweging loopt het nog niet hard. Ik denk niet, dat we er meer dan 30 zullen krijgen, dat is dus maar de helft. Wij gaan nu, op 't initiatief van de Haan, aan alle bibliotheken en leeszalen de circulaire sturen.Ga naar voetnoot110 Ik kreeg een alleraardigsten brief van Verwey over mijn Verlangen, en sprak hem ook nog eens. Wat een beste, hartelijke man is hij toch, en wat een rotpubliek hebben wij toch, dat hem zoo miskent! Enfin, zoo is het overal en ten allen tijde geweest. Zoo is v. Schendel dan toch eindelijk eens bij jelui geweest. 't Heeft veel voeten in de aard gehad! Hoe heet zijn nieuwe boek?Ga naar voetnoot111 Ik heb hem in geen tijd gezien, maar hoop hem na mijn examen weer eens te kunnen opzoeken. Hoe maken Toos, Joh en je zelf het? Je schreef er niets over, dus ik vermoed van goed. Mijn ouders zijn op 't oogenblik naar den Haag, want mijn grootmoeder v. Eck heeft een beroerte gehad, waar zij wel niet van zal bovenop komen, want zij is al 89 jaar. Op dien leeftijd kan men wel niet veel meer reclameeren, maar toch stemt het mij wel droevig, want zij was de eenige van mijn familie, waar ik werkelijk veel van hield. En die sterft nu juist weer 't eerst!Ga naar voetnoot112 | |
[pagina 71]
| |
En nu adieu, mijn beste. Dit is de laatste maal, dat ik je schrijf vóór mijn examen, want ik ga mijn uitgebreide correspondentie zoo veel mogelijk reduceeren. Geloof mij met hartelijke groeten aan Toos en Joh, en jezelf
steeds je vriend Jacques
P.S. Je komt toch zeker 15 Mei in Noordwijk?Ga naar voetnoot113 |
|