De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd8Middelburg. Zaterdag 7/9/'12.
Beste Aart. Eindelijk zal ik je dan toch eens komen bedanken voor de toezending van den Zwerver.Ga naar voetnoot29 Neem mij niet kwalijk, dat ik er zoo mee getreuzeld heb hiermee [sic], maar als ik uit logeeren ben kom ik altijd moeilijker tot het schrijven van andere dingen dan uiterst zakelijke briefkaarten. Om nog even op dit chapiter te blijven: v. Schendel schijnt nog in Domburg te zijn, zoodat het zeker wel de volgende maand zal worden, voordat ik het genoegen zal hebben je bij me te zien. Ik ben op 't oogenblik te Middelburg gelogeerd bij de Labbertons.Ga naar voetnoot30 Het is er ontzettend gezellig. Van hen hoorde ik dit bericht omtrent de v. Schendels. Zeeland is toch een heerlijk land. Mag ik nu nog eens even op onze quaestie terugkomen. Je betoog is met veel verve voorgedragen, en de twee regels ter verduidelijking hebben mij zeer geamuseerd, maar ik geef je toch slechts gelijk van jouw standpunt, en niet in 't algemeen. Je | |
[pagina 29]
| |
schrijft o.a. ‘zoo'n etenswaar is van lager orde dan een koraalrif’. Laten we nu de voorbeelden, die wel dikwijls verduidelijken, maar ook dikwijls op zijwegen voeren, erbuiten laten, en in abstracto redeneeren. Jij vindt het degradatie om een natuurproduct met een industrieproduct te vergelijken. Van jouw standpunt kan ik me dit niet alleen begrijpen, maar vind ik zelfs, dat je zoo moet redeneeren, dat het absoluut in de lijn van je wezen ligt. Maar je moet niet vergeten, dat dit een zuiver subjectief iets is. Het zou inderdaad leelijk zijn om een suiker met een wier te vergelijken, maar waar dit in zit is geloof ik niet te verklaren, tenminste niet zoo, want dit zijn nu beide natuurdingen. En voor mijn smaak vind ik het niet stuitend om een koraalrif met suiker te vergelijken. Ik geloof, dat men [?] niet zoo vooruit kan zeggen: dit kan men wel doen en dat niet op kunstgebied, hoogstens a posteriori over bestaande kunstwerken, in deze verzen, opmerkingen maken. - Dit betoog is niet fraai uitgewerkt, maar je zult toch wel zoo eenigszins snappen, wat ik heb willen zeggen.Ga naar voetnoot31 Dank je hartelijk voor: De hinde. Het is alweer een prachtig vers; wat zullen we een mooie bundel van je krijgen!Ga naar voetnoot32 En dank je ook zeer voor het verslag van je Noordwijksche tocht. Het doet me plezier, dat het je bij Verwey zoo goed bevallen is. Ik dacht het trouwens wel. Ik maakte hier kennis met Boutens. Ik zag hem nog op zijn best, maar het is een walgelijke vent. Blijven de geestbezweringen Toos en jou goeddoen?Ga naar voetnoot33 Het zou mij zoo'n innig genoegen als jelui er volkomen van hersteldet. [sic] En nu adieu. Wil je mijn hartelijke groeten aan Toos en aan je schoonzuster doen;Ga naar voetnoot34 laat van het uitstel van het Edesch en Amersfoortsch bezoek toch vooral geen afstel komen en geloof mijGa naar voetnoot35
als steeds je vriend Jacques
P.S. Maandag ga ik weer naar A. terug. |
|