De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw
(1979)–J.C. Bloem– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
De brieven van J.C. Bloem aan Aart van der Leeuw | |
[pagina 17]
| |
1Amersfoort Zaterdag 19 Nov. '11
Hooggeachte heer v.d. Leeuw. Meenende dat U misschien belang stelt in de kritieken over uw bundel zend ik U hierbij een exemplaar van de Minerva, waarin ik uw boekje besprak.Ga naar voetnoot1 Ik verzoek U, bij het lezen er van mée het volgende in het oog te willen houden: ik had uw bundel aan Versluys ter recensie aangevraagd en moest dien dus bespreken.Ga naar voetnoot2 Ik stelde dit evenwel wat lang uit en toen verscheen de kritiek van Verwey in de Beweging. Ik was toen vrijwel uitgepraat zonder mijn mond opengedaan te hebben, anders gezegd: het gras was mij door een - veel bekwamer, natuurlijk - maaier voor de voeten weggemaaid. Ik kon toen vrijwel niets doen dan wat Verwey geschreven had, op slappere wijze na te praten.Ga naar voetnoot3 Jan Greshoff had er ook al goed over geschreven en mij bleef dus werkelijk niets dan herkauwen over.Ga naar voetnoot4 Ik verzoek U dus beleefd om van het stukje niet meer te eischen dan wat het wil zijn: een uiting van grooteGa naar voetnoot5 bewondering voor uw werk en een aanprijzing voor de - hoe weinige, helaas! - verzen-koopende Minerva-lezers. Verder is het stukje niets waard, maar dat weet ik zelf het beste, en U zult mij hierover daarom wel geen verwijt willen maken. Ik had het U al eerder gestuurd, maar hoorde van Jan [Greshoff] dat U in Parijs waart. Hebt U baat gevonden bij uw behandeling? Ik hoop het van ganscher | |
[pagina 18]
| |
harte.Ga naar voetnoot6 Omstreeks Kerstmis kom ik weer in den Haag logeeren en hoop, dat U mij dan nog eens zult willen ontvangen. Gelooft U mij met beleefde groeten aan Mevrouw
g.d.u. J.C. Bloem |
|