Verzamelde stilte
(1981)–Oda Blinder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |
Berg-af | |
[pagina 140]
| |
De mond,
naar de sappige aarde
toegekeerd,
drukt plat de nacht
en leert
zichzelf te zoeken
in een heksenjeremiade;
als geknakte
bloemestelen
buigen de gekruisigden
het hoofd,
waarin de ogen
loom en brekend vragen
om water
of genade...
maar vervloekt
zijn de donkere berillen,
gegraven uit het
leed der passie;
vervloekt hun
nooit te stillen
moeras der begeerten;
| |
[pagina 141]
| |
vervloekt zijn
de zwarte lippen,
door mijn
marmeren zerken
bekust;
vervloekt
de dwalende vlerken
die in mij
hun rust-
plaats weten.
Ontzenuwd zijn
de zwarte vogels
hun wieken
zijn verlamd
maar aan de nastorm
van hun vluchten
wordt het hart ontvlamd;
hun uren zijn
gesponnen draden
van een loeren
op de dood
die nogmaals
grijpt naar
dit rood-
geverfd verraden...
| |
[pagina 142]
| |
die uren zijn
verlaagd
tot korte, stompe vragen,
verdwijnend
in de serenade
van falsetten
vervloekt zijn nog
die befloerste lippen
waarop de dauw
nog siepelend valt;
vervloekt zijn
ook die verminkte uren
met een
weemoed
als drijfzand
uitgebeeld.
Wie zal echter
hun geheim
ontkleden?
Wie zal
de naakte
wanden delen,
| |
[pagina 143]
| |
of de stugge
botten stelen
van hun verrotte
weelde?
|
|