Verzamelde stilte
(1981)–Oda Blinder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
Schaakmat | |
[pagina 38]
| |
Is dit de zwaarte
van mijn nuchter-zijn,
is het de napijn
van die lange nachten?
Mijn krachten
zijn verstard,
de kuisheid
licht ontstoken,
ik heb,
gedoken
in deze stille ramp,
de zachtheid
van uw beeld
verhard;
uw beeld
mijn levenloos bezit
waardoor de wit-
gewassen droom
versleten is;
uw beeld
het lang gemis
aan een tweesprong
die kort te meten is.
De dood is van u
| |
[pagina 39]
| |
weggespoeld,
verkoeld
zwerft nu op mij
de duisternis.
Het overspel
dat aan uw wil
zich bindt,
vindt,
als het ongeboren
kind,
de warme koestering
op zich gericht?
Waar is nu
het ver gezicht,
waar de hand
die tastend naar mijn
weemoed grijpt?
Rijpt
de hoogmoed in
mijn brein?
Is dit weerloos
nuchter-zijn
het eind of het begin?
De laatste zet
weegt zwaar
op het altaar van
de zuiverheid.
| |
[pagina 40]
| |
Ook mijn kansen
zijn vastgeankerd
aan de stille
strijd.
Ik tuur
met panter-ogen
naar de omheining
van mijn
eenzaamheid,
naar het redeloos
spel
van licht en schaduw,
naar het kort duel
van hel
en hemel
die openstaan
voor de eeuwigheid.
Het nuchter-zijn
wordt uitgezogen,
de napijn
uitgediept,
en ik,
ik staar met panter-ogen
op het veld
van mijn verlies.
|
|