I.
De Spijze van dit Kindjen, wijl het liever soute Vleis, Bokking &c. eet, dan Pap, Gort &c. is door het menigvuldig zuur, dat het in zijn lighaam had, tot geen goede melk geworden, maar eerder tot een vergoorde kernemelk. Of ten minsten wanneer de gyl opklom tot in de klieren van het darm-scheil, is het lichtelijk door de Lympha, die'er geduirig byvloeid, en veel zuurs by haar heeft, komen te schiften, zoo dat de gerunne kaas-deeltjes in een menigte daar zijn komen te zitten, en te vergaderen, waar door de vliezen van de klieren zijn uitgezet, en allenxkens tot een groot lichaam geworden.