Verhandelinge van de opvoedinge en ziekten der kinderen

Vierde Aanmerkinge. De Vallende Siekte door de hitte van de Sonne en sterke locht bekomen.

WAnneer zeker jongetjen van zeven of acht jaren achter het Huis in de Tuin met zijn medebroertjes was gaan spelen: zoo had hy te voren lange in de schaduwe geweest, en quam in de Tuin, alwaar de Sonne zeer sterk scheen: Het krygt een swymelinge des Hoofds, en valt ter neder, met trekkingen van't gansche Lichaam; In huis gebragt zijnde, wierd ik daar by geroepen, vermids ik in de buurt woonde.

I.

Dit Kind hebbende de alderkrachtigste gee-

[p. 281]

sten niet om den sterken invloed der subtyle materie te konnen wederstaan, zoo geraken des selfs geesten op de loop, dat is, die te voren uitstroomden, werden wederom al draeyende na binnen toe gevoert, gelyk ik in mijn Verhandelinge van de Scheurbuik heb getoont. En wyl deze draeyende achterwaars deinsingen meest in de gesigt zenuwen zijn, zoo is't dat de andere zenuwen van het verspreident paar en die van het rugge-merg komen, meer geesten kregen als gewoon, want de achterwaars persinge van de oog-zenuwen is oorsaak dat'er meerder beweginge in de andere Zenuwen komt. En wyl deze geesten schielyk door de zenuwen na de deelen toegaan, zoo werden die tegens onse wille bewogen, en maakt een Eclipsis in de hersenen, dat oorzaak is, dat de Lyders ter neder vallen, want anders was het maar een Kramp.

II.

Wanneer ik nu by dat Kind quam, leide het noch in de Stuipen: Ik hiel het terstond een weinig Spiritus Salis Armoniaci onder de neus, die ik juist by my had, waar na het lydertjen terstond bequam, zoo dat de Omstanders meinden dat het Tooverie was, dat ik zulx zoo schielyk deed. Opgestaan zijnde was het vry flauwtjes, zoo dat men hem te bedde ley. Des anderen daags quam ik'er weder by, en liet hem van die tyd

[p. 282]

aan mijn Sal Volatile Oleosum gebruiken, en heeft noit meerder daar van geweten.