II. Aanstonds sette sig een tot veranderinge, uit welke een popjen wierd. Agt of tien dagen na die tyd, quam 'er een moeye Vlieg uit, wiens agterlyf seer swart was, met een geelagtige wittigheid onderscheiden. Ik gafse de naam van Roosebooms Made, om dat ik sag datse nergens op te vinden was dan op de groene Rose-boomsbladen.