mede de ranken, gequets zynde, geven een wit sap van haar, even als de Paarde-bloemen; by de steel van yder blad, krygt men een groote drykante knop, uit welke een redelyk groote witte bloem voortkomt, even als een Klok, aan de ronden onverdeilt, waar na vry groote vliesige huisjes volgen, welkers zaad hoekig is, bruin ofte swartagtig. De wortel is soo dik als de rank, redelyk diep in d'aarde schietende, en sig herwaarts en derwaarts verre van haar oorsprong af verspreidende, welkers eind men niet wel kan vinden, en daarom Duivels naei-gaarn genaamt; onderwylen heeft het veele zyd-veselen.
Het kan ook daarom nauwlyks uitgeroeit werden.
Men vindse overal by de Boomen, Hagen en Heggen, voornamelyk in Tuinen die niet wel gehavent werden. Het bloeyd de meeste Somer door.
De bladeren, bloemen, en wortelen, zyn dienstig in Pappen, om te doen rypen, en om splinters uit te halen. Het witte melk-sap op de vratten gestreken, doet die verdwynen: men meint dat dit witte sap den buik week maakt, en geen wonder, alsoo het een by-soorte van Scammoneum schynt te wesen.