XXIX. Hoofd-stuk. Ambrosia, S. Ambrosius-kruid.
DE Ambrosia heeft een stammetjen een span ofte anderhalf hoog, wat gestreept, en heeft van onderen tot boven toe verscheide takjes gelyk een boomtjen, bleik groen: hier aan komen van onderen tot boven toe witagtige bladen, niet al te groot, maar gesnippelt, gelyk de byvoet, en gekartelt ofte getand. Boven aan de takjes heeft men geele, Mosagtige en ronde bloemtjes. Het zaad is rond, en swart leggende in bysondere stekelige knopjes, zynde lager dan de bloemtjes, en ook afgesondert. De wortel is ontrent een halve spanne lang, veselagtig, teer en dun. Dit kruid riekt aangenaam, gelyk als de bloeysem des Wyngaarts.
Dit behoort onder de Kruiden, welkers vrugten van de bloemen in de selfde plant, een weinig afgescheiden zyn.
Dit gewasch werd hier in de Hoven voortgeteelt,