Zomerweelde(ca. 1920-1930)–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Goede reis! Kijk eens aan, kijk eens aan, Wie al niet op rotsen gaan! Zulke griezelige reisjes Deugen niet voor kleine meisjes; Voor een jongen kan 't er door, Dat is heel wat anders, hoor! Opgepast, opgepast! Houd je broer maar stevig vast. Ben je nog niet uitgegleden? Strakjes val je naar beneden. Als je voetje glijden gaat, Is het immers gauw te laat. 'k Zie het wel, 'k zie het wel, Jij vindt alles kinderspel. Aanstonds, 'k wil het best gelooven, Ben je nog het eerste boven. 't Krabbelende baasje daar, Komt er, vrees ik, niet mee klaar. Houd je goed, houd je goed! Nu je 't tochtje eenmaal doet, Wensch ik je, mijn beste meisje, Graag een heel voorspoedig reisje; Maar, heusch, voor een tweeden keer, Waagde ik het toch niet weer. Vorige Volgende