Van goeden morgen tot slaap wel(1910)–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Op het Bal. O, wie herkent ons Mientje niet Daar vooraan in de rij? Ze heeft een keurig jurkje aan Van lichte blauwe zij. Ze houdt haar rokje in de hand, Wat een parmantig nest! Mien ziet er alleraardigst uit, Dat weet zij dan ook best. En broertje is in 't groen fluweel, Och, zie hem daar eens staan, Het meisje aan zijn rechterkant Kijkt hij maar al door aan. Het is toch ook zoo'n vroolijk kind, Ze danst maar van pleizier En vindt het net als Mien en broer Maar wàt gezellig hier. De glaasjes met vanille-ijs Gaan op een blaadje rond. Dat is een lekkernijtje hoor! 't Smelt zóó maar in je mond. [pagina 19] [p. 19] Vorige Volgende