| |
34. Baas Jochem.
Baas Jochem stuurde Joosje uit
Om haver te gaan snijden,
Maar Joosje sneed de haver niet
En ging ook niet naar huis toe.
Baas Jochem stuurde poedel uit,
Om Joosje te gaan knauwen,
Maar poedel knauwde Joosje niet,
En Joosje sneed de haver niet,
En ging ook niet naar huis toe.
Baas Jochem stuurde Knuppel uit,
Maar knuppel roste poedel niet,
En poedel knauwde Joosje niet,
En Joosje sneed de haver niet,
En ging ook niet naar huis toe.
Baas Jochem stuurde vuurvlam uit,
Om knuppel te gaan branden,
Maar vuurvlam brandde knuppel niet,
En knuppel roste poedel niet,
| |
| |
En poedel kwauwde Joosje niet,
En Joosje sneed de haver niet,
En ging ook niet naar huis toe.
Baas Jochem stuurde water uit,
Om vuurvlam te gaan blusschen,
Maar water bluschte vuurvlam niet,
En vuurvlam brandde knuppel niet,
En knuppel roste poedel niet,
En poedel knauwde Joosje niet,
En Joosje sneed de haver niet,
En ging ook niet naar huis toe.
Baas Jochem stuurde koebeest uit,
Maar koebeest slurpte water niet,
En water bluschte vuurvlam niet,
En vuurvlam brandde knuppel niet,
En knuppel roste poedel niet,
En poedel knauwde Joosje niet,
En Joosje sneed de haver niet,
En ging ook niet naar huis toe.
Baas Jochem stuurde slager uit,
Om koebeest te gaan slachten,
Maar slager slachtte koebeest niet,
En koebeest slurpte water niet,
En water bluschte vuurvlam niet,
En vuurvlam brandde knuppel niet,
En knuppel roste poedel niet,
En poedel knauwde Joosje niet,
En Joosje sneed de haver niet,
En ging ook niet naar huis toe.
| |
| |
Baas Jochem stuurde diender uit,
Maar diender haalde slager niet,
En slager slachtte koebeest niet,
En koebeest slurpte water niet,
En water bluschte vuurvlam niet,
En vuurvlam brandde knuppel niet,
En knuppel roste poedel niet,
En poedel knauwde Joosje niet,
En Joosje sneed de haver niet,
En ging ook niet naar huis toe.
Baas Jochem ging er zelf op uit,
En diender haalde slager,
En slager slachtte koebeest,
En koebeest slurpte water,
En water bluschte vuurvlam,
En vuurvlam brandde knuppel,
En poedel knauwde Joosje,
En Joosje sneed de haver,
En ging ook wel naar huis toe.
|
|