Die vlugge haasjes(ca. 1920-1930 )–Henriëtte Blaauw– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 18] [p. 18] Voor Moedertje. 'k Wou de stouterds net gaan pakken, Maar ze hadden nog geen zin, En ze liepen, met hun beidjes, Eventjes het bosch nog in. 't Kwam alleen van onze Trientje, Jammer hè? - die hikte net, Daarom hebben onze haasjes 't Op een loopen toen gezet. Waren ze niet weg gehuppeld, Dan had ik ze meegebracht, En de haasjes, 'k weet het zeker, Hebben dat ook vast gedacht.’ ‘Beste jongen,’ lachte vader, ‘'t Is bepaald een gek geval, 'k Moet eens eventjes bedenken Hoe 'k de fout herstellen zal. Stil maar, 'k heb al wat verzonnen, Jullie krijgt ze alle twee, En je neemt ze, voor verrassing, Stilletjes voor moeder mee.’ ‘Ja,’ riep Jantje, ‘dat is aardig, Morgen gaan ze in de pan, En we geven, met ons allen, U een lekker stuk er van. Vadertje, is dat niet grappig? Dan is 't blaadje omgekeerd, En dan hebben wij, wij kleintjes, U toch ook eens getrakteerd.’ [pagina 19] [p. 19] Vorige